uwv magazine
N°10

Maatschappelijke taak
Nederland is rijk, en toch speelt er serieuze schuldenproblematiek in ons land. Hoe zorgen we voor hulp? Verder: het MVO-keurmerk van UWV en de openbare verhoren in het kader van het parlementair onderzoek.
De nieuwste cijfers
Dashboards transparante arbeidsmarkt

Betrouwbare informatie over de arbeidsmarkt is cruciaal, zeker in crisistijden. Waar liggen kansen? Hoeveel openstaande vacatures zijn er globaal en hoe verhoudt zich dat tot het aantal mensen dat WW ontvangt? UWV ontsluit de antwoorden op deze en andere vragen via interactieve arbeidsmarktdashboards.
In maart 2020 werd het eerste dashboard live gezet. Dit biedt inzicht in de vacaturemarkt, uitgesplitst per arbeidsmarktregio en beroepsklasse. ‘Gebruikers kunnen zelf aan de slag met de dashboards’, zegt Wouter van Dam, senior arbeidsmarktadviseur bij UWV. ‘Je kunt je eigen grafieken samenstellen, zelf variabelen selecteren. Kortom, je kunt snel en effectief gedetailleerde en voor jou belangrijke informatie selecteren.’
Inmiddels zijn er acht dashboards. Naast het vacaturedashboard zijn dat dashboards over online vacatures, de spanningsindicator, de banenafspraak, beschut werk, WW-uitkeringen, geregistreerde werkzoekenden bij UWV en het gebruik van de NOW. Van Dam: We maken niet alleen de data visueel, maar geven ook het verhaal achter de cijfers.’
'We ontwikkelen de dashboards samen met arbeidsmarktpartners zoals gemeenten, VNG, Programmaraad en SBB’, benadrukt Van Dam. ‘We hebben allemaal hetzelfde doel – een transparante arbeidsmarkt die laat zien welke beroepen in welke sectoren in welke regio’s kansrijk zijn. Dat is extra belangrijk nu bepaalde sectoren zwaar getroffen worden.'
Lees het hele interview met Wouter van Dam in UWV Kennisnieuwsbrief
Aantal WW-uitkeringen niet verder gedaald in oktober
Het aantal WW-uitkeringen lag eind oktober 2020 op vrijwel hetzelfde niveau als eind september 2020: circa 278.000. In de maanden juli en augustus was er nog sprake van een lichte daling, die grotendeels het gevolg was van de invoering van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Deze daling zet zich in oktober niet verder door. Het ongunstige effect van corona op de economie zorgt er wel voor dat het aantal WW-uitkeringen ook eind oktober 2020 duidelijk hoger is in vergelijking met eind oktober 2019: circa 45.000.
Instroom | Uitstroom | Aantal uitkeringen | |
---|---|---|---|
jun | 22.3 | 30.3 | 242.7 |
jul | 23.5 | 32.2 | 233.9 |
aug | 33.2 | 30.6 | 236.6 |
sep | 23.0 | 26.2 | 233.4 |
okt | 30.0 | 29.9 | 233.5 |
nov | 26.3 | 32.1 | 227.7 |
dec | 21.7 | 25.9 | 223.5 |
jan | 48.9 | 30.9 | 241.5 |
feb | 26.6 | 27.9 | 240.2 |
mrt | 37.8 | 27.6 | 250.4 |
apr | 73.7 | 32.0 | 292.1 |
mei | 42.0 | 33.0 | 301,1 |
jun | 33.3 | 33.8 | 300.6 |
jul | 43,6 | 43.4 | 300.8 |
aug | 28,4 | 37.5 | 291.7 |
sep | 24,7 | 37,9 | 278,4 |
okt | 42,3 | 42.5 | 278.3 |
WW: instroom, uitstroom en aantal uitkeringen (x 1.000)
Instroom | Uitstroom | Actueel volume | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | V | M | V | M | V | M | ||||||||||||||||||||||||
Leeftijd | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ |
jan-okt 2019 | 12.7 | 42.1 | 29.7 | 29.8 | 22.6 | 13.9 | 40.5 | 30.2 | 30.5 | 30.1 | 12.2 | 41.5 | 31.3 | 33.8 | 33.7 | 13.7 | 40.3 | 30.8 | 33.8 | 40.1 | 4.6 | 23.0 | 24.1 | 29.8 | 36.6 | 5.0 | 20.2 | 21.5 | 27.4 | 41.2 |
jan-okt 2020 | 31.5 | 59.8 | 38.6 | 37.4 | 27.3 | 31.3 | 60.3 | 39.8 | 38.2 | 37.0 | 25.7 | 49.5 | 32.1 | 31.5 | 29.7 | 26.1 | 49.6 | 33.1 | 32.0 | 37.1 | 9.1 | 31.6 | 29.2 | 33.9 | 34.1 | 8.8 | 29.7 | 27.6 | 32.5 | 41.8 |
De cijfers zijn voorlopig.
Meer informatie over de laatste werkloosheidscijfers.
Klik hier voor video’s met uitleg over de WW-cijfers.
Schulden-problematiek

Steeds meer initiatieven
De cijfers spreken voor zich. In Rotterdam ligt de gemiddelde schuld van mensen die aankloppen bij de gemeente tussen de 15 en 30 duizend euro. Maar niet alleen in Rotterdam speelt dit probleem. Een overzicht van initiatieven om dit landelijke probleem aan te pakken.
‘Samen optrekken tegen schulden’

‘Samen optrekken tegen schulden’
Bas van der Vliet
Projectleider pilot Schuldhulpverlening Rotterdam bij UWV
Wat heeft de burger nodig van de overheid? En hoe zorg je ervoor dat de verschillende (semi)-overheidsdiensten de dienstverlening beter op elkaar afstemmen? Een van de projecten die hieraan moeten bijdragen is een pilot waarin UWV en de gemeente Rotterdam nauw samenwerken bij schuldhulpverlening.
En dat is hard nodig, zegt Bas van der Vliet. ‘Een op de vijf kinderen in Rotterdam komt uit een gezin met problematische schulden. Als onze professionals schuldenproblematiek constateren, is het nu nog zo dat ze de klant doorverwijzen naar de gemeente. Maar we weten niet of ze daar ook daadwerkelijk aankloppen en of het ergens toe leidt.’ Daarom worden tijdens de pilotperiode van een half jaar in eerste instantie 40 klanten geselecteerd die “warm” worden overgedragen aan het Expertiseteam Financiën (ETF) van de gemeente Rotterdam. ETF gaat samen met de arbeidsdeskundige of adviseur Werk van UWV in gesprek met de klant om tot de juiste aanpak van de schulden te komen.
Van der Vliet: ‘Mensen die in de schulden zitten kunnen vaak niet meer rationeel denken. Ze zijn in de war of in paniek en komen tot niets. Werk zoeken en vinden lukt dan ook niet. Vaak zijn er eerst andere interventies noodzakelijk voordat de weg naar werk kan worden ingeslagen. Daarom is het zo mooi dat ETF en UWV WERKbedrijf samen optrekken tegen schulden.’
‘Werkloosheid is een trigger voor schulden’

‘Werkloosheid is een trigger voor schulden’
Karin Brandsma
Projectleider Signaleren en Toeleiden bij gemeente Rotterdam
De cijfers vertellen het verhaal. In Rotterdam lopen 60 duizend huishoudens het risico op problematische schulden. De gemiddelde schuld van iemand die bij de gemeente aanklopt voor schuldhulpverlening ligt tussen de 15 en 30 duizend euro. Daarom ging Rotterdam vorig jaar van start met het schuldenaanpakprogramma Reset Rotterdam. Uit de slogan van het programma blijkt de grote ambitie: “Op weg naar een schuldenvrije generatie Rotterdammers.”
Rotterdam hanteert daarbij een drievoudige aanpak. De stad wil voorkomen dat Rotterdammers schulden maken, te beginnen bij de jeugd. Daarnaast gaat de gemeente burgers beter helpen om hun schulden onder controle te krijgen. Ten slotte zet het programma in op innovatie: een wezenlijk andere aanpak van de gangbare schuldhulpverleningspraktijk, die vaak ineffectief blijkt.
Onderdeel van die innovatie is de samenwerking met 30 partners als de Belastingdienst, UWV en woningbouwcorporaties, die ook te maken krijgen met Rotterdammers met schulden, vertelt Karin Brandsma. ‘Doel van de samenwerking is dat die organisaties schuldproblematiek vroegtijdig signaleren en burgers die daar hulp bij nodig hebben naar de gemeentelijke schulddienstverlening toe leiden. Daar worden ze verder geholpen. Wij gaan ervoor zorgen dat de gemeente de burger belt, niet andersom.
Met UWV draait Rotterdam momenteel een pilot waarbij de twee partijen gezamenlijk in eerste instantie 40 burgers intensief begeleiden bij het oplossen van hun schuldproblemen. UWV is een logische partner, vindt Brandsma. ‘We weten dat life events als een overlijden, een scheiding en werkloosheid de trigger kunnen zijn voor schulden. En wie werkloos raakt komt terecht bij UWV. Samen zorgen we voor ‘schuldenrust’, een duurzame oplossing en perspectief op werk.’
‘Mensen met deze problematiek zijn ons dankbaar’

‘Mensen met deze problematiek zijn ons dankbaar’
Esther Brouwer
Klantadviseur bij UWV
Sinds een paar jaar heeft het Klantcontactcentrum van UWV in Goes een speciaal Schuldhulpverleningsteam. Als klantadviseur Esther Brouwer merkt dat er bij een klant schuldenproblematiek speelt, probeert ze het Schuldhulpverleningsteam op een subtiele manier onder de aandacht te brengen. ‘Ik neem het woord schuldhulpverlening niet in de mond,’ zegt ze. ‘Dat zou confronterend kunnen zijn en mensen afschrikken, omdat ze zich vaak voor hun schulden schamen. Daarom vraag ik: “Zou u misschien eens gebeld willen worden door een collega van mij? Die heeft misschien tips voor u om u verder te helpen.”’
Brouwer werkt de helft van de tijd zelf bij het Schuldhulpverleningsteam. Als de klant heeft ingestemd met een terugbelverzoek, brengt ze eerst zijn situatie zo goed mogelijk in kaart. Heeft UWV bijvoorbeeld vorderingen op hem? Of is er misschien beslag gelegd op de uitkering door de Belastingdienst of een deurwaarder?
Gewapend met die kennis belt ze de klant terug. ‘Samen met hem stel ik vast wat er aan de hand is en hoe hij zelf naar de situatie kijkt. Vaak kunnen we als UWV al iets regelen. Zo kunnen we bij schrijnende gevallen bijvoorbeeld kijken of de aflossing van onze vorderingen omlaag kan. We kunnen klanten ook wijzen op websites van bijvoorbeeld het Nibud of SchuldHulpMaatje. Als er problematische schulden zijn, verwijzen we ze naar de juiste instantie in de gemeente waar iemand woont.’
Brouwer vindt het dankbaar werk. ‘Je kunt echt iets betekenen voor mensen die in de problemen zitten. Ik heb er weliswaar geen zicht op of ze ook daadwerkelijk uit de schulden komen nadat ik ze heb geholpen, maar ik weet zeker dat ons werk vaak effect heeft. Mensen vertellen ons dat ze opgelucht zijn, omdat ze nu weten dat ze ergens terecht kunnen.’
‘Het is onze maatschappelijke plicht’

‘Het is onze maatschappelijke plicht’
Nathalie van Berkel
Lid Raad van Bestuur bij UWV
‘Schulden zijn een groot maatschappelijk probleem, dat door de coronacrisis alleen maar groter wordt. Wij merken dat bij onze klanten die bij UWV aankloppen voor tijdelijk inkomen, omdat ze zonder werk zijn komen te zitten. Dat tijdelijke inkomen is vaak lager dan ze gewend waren, en als de uitgaven dan hetzelfde blijven, kunnen ze in de problemen komen.
Schuldhulpverlening is de wettelijke taak van de gemeentes, maar UWV ziet het als zijn maatschappelijke opdracht om bij te dragen aan oplossingen voor het probleem. Zo hebben we in 2018 en 2019 een pilot gedraaid, waarbij we de namen en adresgegevens van klanten bij wie we schuldproblematiek constateerden, doorspeelden aan de gemeenten – uiteraard met toestemming van de klant. De schuldhulpinstantie van de gemeente kon dan contact opnemen met de klant. Dat is effectiever dan wat we normaliter doen: mensen alleen informatie geven over de mogelijkheden om schulden aan te pakken. Ze moeten dan zélf de gemeente bellen, en die stap is vaak te groot. Schaamtegevoelens spelen daar meestal een rol bij.
Maar vanwege de AVG (privacywetgeving) mogen we geen klantgegevens meer aan de gemeentes verstrekken. Wij vinden dat de gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten voor doeleinden als schuldhulpverlening mogelijk moet worden. Daarmee laat je als overheid zien dat je schuldenproblematiek serieus neemt.
Wij onderzoeken momenteel ook de mogelijke uitbreiding van onze taken op het gebied van voorlichting. Als mensen een uitkering bij ons aanvragen, willen we hen actief wijzen op een mogelijke inkomensval en het daarmee gepaard gaande risico op schulden. Ten slotte willen we het voor klanten makkelijker maken om een regeling te treffen als ze schulden bij UWV zelf hebben. We bekijken jaarlijks welke schuldhulpinitiatieven nodig zijn en kunnen worden gerealiseerd.’
Keurmerk MVO

Verantwoorde bedrijfsvoering
UWV heeft wederom het MVO-keurmerk in de wacht gesleept. Ieder jaar wordt de bedrijfsvoering getoetst op basis van 33 indicatoren.
‘MVO meewegen bij elke beslissing’

‘MVO meewegen bij elke beslissing’
Liza van Megen
Beleidsadviseur MVO bij UWV
Mens, milieu en maatschappij: het zijn de drie pijlers onder het MVO-beleid van UWV.
In coronatijd vragen sommige MVO-doelen wel meer aandacht dan andere. Zo knaagt bijvoorbeeld het thuiswerken aan het werkgeluk van mensen, want hoe vaak je je collega’s ook treft tijdens het videobellen, dat voor velen zo belangrijke spontane praatje bij de koffieautomaat is voorlopig even verleden tijd. En UWV verplicht zijn leveranciers dan wel om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen, maar sommige leveranciers vinden het momenteel al moeilijk genoeg om hun ándere personeel aan het werk te houden.
Tegelijkertijd vaart het milieu juist wél goed bij al dat thuiswerken: het zakelijk verkeer is drastisch verminderd, de printers spugen geen eindeloze stapels papier meer uit en er worden dagelijks ook geen 80 duizend (!) koffiebekertjes meer gebruikt. Nu is het zaak om die goede gewoontes ook zo veel mogelijk vast te houden als we de covid-crisis eenmaal achter de rug hebben en naar kantoor terugkeren, zegt Van Megen. ‘Samen met andere collega’s gebruiken we deze tijd om daar alvast over na te denken.’
Ze vervolgt: ‘We proberen het onze werknemers zo makkelijk mogelijk te maken om de juiste keuzes te maken voor mens, milieu en maatschappij. Maar ook het management en de directie spelen daar een heel belangrijke rol in. Bij elke beslissing moet je meewegen wat deze betekent voor MVO, van diversiteit in de teams tot het verlagen van de CO2-uitstoot.’
En het nieuwe normaal, hoe gaat dat er volgens Van Megen bij UWV uitzien? ‘We streven naar een fiftyfifty-verhouding tussen thuiswerken en kantoor.’ Werken zal post-corona nooit meer hetzelfde zijn.
‘Wij nemen een voorbeeld aan UWV’

‘Wij nemen een voorbeeld aan UWV’
Barto Piersma
Directeur Nationale Programma’s bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
‘In ons MVO-beleid laten we ons inspireren door UWV,’ zegt Barto Piersma, die in zijn functie van voorzitter van de bestuurderstafel MVO van de Rijksbrede Benchmark Groep (RBB) regelmatig aan tafel zit met UWV. De RBB is een netwerkorganisatie van 44 landelijke uitvoeringsorganisaties als Piersma’s eigen RVO, UWV, de Kamer van Koophandel en Rijkswaterstaat.
‘Aan een RBB-bestuurderstafel vertellen de bestuurders van de verschillende organisaties elkaar waar ze mee bezig zijn, leren van elkaar en stimuleren elkaar, in dit geval op het gebied van MVO,’ vertelt Piersma. ‘UWV legde ons uit hoe zij hun ecologische footprint hebben vastgesteld en hoe ze die proberen te verkleinen. Wij hebben onze footprint inmiddels ook vastgesteld en geconstateerd dat we vooral veel CO2 uitstoten door reisbewegingen, onder meer vanwege ons werk op Nederlandse ambassades in het buitenland. Dus denken we na over de vraag of we niet meer digitaal kunnen vergaderen, ook als de coronacrisis eenmaal voorbij is. Of, als we dan toch moeten reizen, hoe we de uitstoot die daarmee gepaard gaat kunnen compenseren.’
De RVO kijkt ook naar het energieverbruik van zijn gebouwen, biedt zijn gasten plantaardige lunches aan en oogst in zijn Utrechtse vestiging honing uit bijenkasten op het dak, een initiatief dat andere overheidsorganisaties inspireerde om hetzelfde te doen.
‘De Rijksoverheid wil dat haar bedrijfsvoering in 2030 CO2-neutraal is,’ zegt Piersma. ‘Dat geldt dus ook voor de RVO. We zijn nu bezig om daar beleid voor te formuleren. We zijn dus nog niet zo ver als UWV, dat al MVO-gecertificeerd is. Maar dat is een kwestie van tijd.’
‘UWV zet ieder jaar verdere stappen’

‘UWV zet ieder jaar verdere stappen’
Michael van Alphen
Lead auditor DNV GL
Ieder jaar weer doet UWV examen. Want ieder jaar weer komt onafhankelijk certificeringsbureau DNV GL langs om het MVO-beleid te toetsen. Slaagt UWV voor het examen, dan is het weer een jaar lang MVO-gecertificeerd.
De beoordeling komt tot stand op basis van de MVO Prestatieladder, legt Van Alphen uit. ‘De ladder kent 33 indicatoren op het gebied people, planet, profit, wat door UWV vertaald is als mens, milieu en maatschappij. UWV legt daarbij de nadruk op de inclusiviteit van het personeelsbestand en een klimaatneutrale bedrijfsvoering. Aan de hand van tientallen interviews met UWV’ers – voornamelijk leidinggevenden – en rapporten beoordelen wij hoe UWV op de 33 indicatoren gepresteerd heeft.’
UWV slaagde ook dit jaar weer met vlag en wimpel voor zijn MVO-examen. De organisatie heeft prestatieniveau 4 op de MVO Prestatieladder. Het hoogst haalbare is niveau 5, maar geen enkele organisatie heeft dat. Hoe goed UWV het doet in vergelijking met andere overheidsorganisaties is moeilijk te zeggen, zegt Van Alphen, omdat nog niet veel van hen zich hebben laten certificeren.
‘Elke organisatie kan voor zichzelf de keuze maken om zich te laten certificeren of niet. Het certificaat toont vooral de motivatie van de organisatie aan. UWV wil ergens naartoe met zijn MVO-beleid en wil aan de hand van de certificering vaststellen hoe ze ervoor staan. Ik vind het mooi om te zien dat ze ieder jaar weer verdere stappen zetten. Daarnaast kun je met je certificaat ook aan de buitenwereld laten zien dat je met MVO bezig bent, en andere organisaties inspireren om er ook mee aan de slag te gaan.’
‘MVO zit in onze genen’

‘MVO zit in onze genen’
Guus van Weelden
Lid Raad van Bestuur UWV
Ook dit jaar staat UWV weer op niveau 4 van de MVO Prestatieladder, feitelijk het hoogst haalbare niveau. Van Weelden is er trots op, maar, zegt hij, het betekent beslist niet dat we nu op onze lauweren gaan rusten. Niet dat UWV daar überhaupt toe neigt, want als organisatie met een maatschappelijke opdracht zit MVO in de genen. ‘Ook bij veel van onze medewerkers,’ zegt Van Weelden. ‘Daarnaast zijn we het als publieke organisatie aan onze stand verplicht om ons beste beentje voor te zetten. Natuurlijk houden we ons aan de Banenafspraak en hebben we de lat zelfs hoger gelegd, waarbij ik wel moet zeggen dat het niet makkelijk is om aan die zelf opgelegde verplichting te voldoen. Maar we doen ons uiterste best.’
Speerpunten van het MVO-beleid van UWV zijn CO2-reductie en diversiteit. Van Weelden: ‘In 2030 moeten we klimaatneutraal opereren. Het verminderen van reisbewegingen levert daar een belangrijke bijdrage aan. Nu, tijdens de coronacrisis, willen we vooral dat mensen zich veilig voelen als ze reizen. Dus als ze liever de auto pakken, dan begrijpen we dat. Maar als de crisis eenmaal voorbij is, zetten we weer vol in op het gebruik van het OV. Bovendien verwacht ik dat de combinatie van thuis en op kantoor werken blijvend zal zijn.’
Op het gebied van de diversiteit van de medewerkers heeft UWV ‘nog wel een klus te klaren,’ zegt Van Weelden. ‘We willen graag een afspiegeling zijn van de maatschappij, gezien de maatschappelijke rol die UWV speelt. Daarom is een divers samengesteld medewerkersbestand ook zo belangrijk.'
'Met de man-vrouwverhouding en de culturele diversiteit zitten we wel goed bij zowel de Raad van Bestuur als de medewerkers. In de top van de organisatie is de diversiteit zeker een punt van aandacht. De directeuren zijn overwegend mannen met dezelfde culturele achtergrond en daar moeten we beslist iets aan gaan doen.'
Parlementair onderzoek

Eindrapport in de maak
De openbare verhoren in het onderzoek naar het functioneren van uitvoeringsinstanties zitten erop. Wanneer kunnen we het eindrapport verwachten? En wat zijn de ervaringen van deelnemers aan de hoorzittingen?
Aanbevelingen vóór de verkiezingen

‘Aanbevelingen vóór de verkiezingen’
De Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties hield van 26 oktober tot en met 13 november 2020 openbare hoorzittingen, waar onder meer de Belastingdienst, CBR, UWV en Kamerleden aan het woord kwamen. In totaal kwamen zo’n veertig experts van verschillende organisaties en instanties uitleg geven.
De vraag die door de commissie onder leiding van Kamerlid André Bosman (VVD) moet worden beantwoord: wat zijn de oorzaken van de problemen bij uitvoeringsorganisaties, waarbij de focus ligt op het verlies van de menselijke maat? Daarnaast onderzoekt de commissie de wijze waarop de Kamer geïnformeerd wordt over problemen en de manier waarop de Kamer haar controlerende taak uitvoert wanneer zich problemen voordoen.
Het eindrapport van het parlementair onderzoek verschijnt naar verwachting in januari of februari 2021, dus vóór de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart. De Tweede Kamer zal naar verwachting niet direct debatteren over de bevindingen van de commissie. Dat debat zal plaatsvinden na de installatie van de nieuwe Kamer.
Uiteraard zullen onderwerpen als corona en het herstel van de economie de belangrijkste thema’s zijn tijdens de verkiezingen. Naar verwachting zullen de aanbevelingen uit het rapport van de onderzoekscommissie een rol spelen in het formatietraject, denkt Loes Mulder, secretaris-generaal van het ministerie van SZW. Tijdens een van de hoorzittingen bepleitte Mulder dat de grote uitvoeringsinstanties een plek verdienen aan de formatietafel bij de totstandkoming van het regeerakkoord. Het gaat er hierbij vooral om dat de uitvoeringsinstanties hun werkwijze– in samenwerking met het ministerie en de Tweede Kamer – beter afstemmen op de wensen van de burger.
‘Kentering richting persoonlijkere dienstverlening’

‘Kentering richting persoonlijkere dienstverlening’
Cor Burgmeyer
Directeur Klant & Service bij UWV
Hij was wat gespannen voor de hoorzitting van de tijdelijke parlementaire commissie Uitvoeringorganisaties. Cor Burgmeyer, directeur Klant & Service bij UWV, had zich weliswaar, met hulp van een bekwaam UWV-team, goed voorbereid op de zitting, maar voor hem was het vooral belangrijk of het hem zou lukken een goed beeld van UWV neer te zetten. Burgmeyer: ‘We hebben 1,2 miljoen klanten die maandelijks allemaal een ander bedrag krijgen. Dat gaat vrijwel altijd goed, getuige de 7,5 die wij krijgen voor onze dienstverlening. Dat is hoog. En, ja soms verdwaalt er iemand in de complexe wet- en regelgeving en ja, soms ook heeft een klant het gevoel onvoldoende aandacht te krijgen. Dat heeft onder meer als oorzaak dat wij, gedwongen door bezuinigingen, zaken vaker digitaal moesten afhandelen. Daarin is nu gelukkig een kentering gaande richting meer persoonlijke dienstverlening.’
Voor de hoorzitting met de commissie was één uur uitgetrokken. Dat lijkt veel, maar Burgmeyer had graag meer tijd en ruimte gehad om de commissie duidelijk te maken hoezeer UWV soms klem wordt gezet door de zeer gedetailleerde wet- en regelgeving. Burgmeyer: ‘Ik begrijp dat het in de sociale zekerheid belangrijk is dat iedereen gelijke rechten en plichten heeft. Dat heeft ertoe geleid dat voor iedere uitzondering een aparte regeling is opgetuigd, met als gevolg dat de wetten en regelingen zo complex zijn geworden dat het aan onze klanten nauwelijks nog is uit te leggen. We moeten, heb ik de commissie verteld, op zoek naar een nieuwe balans tussen enerzijds rechtsgelijkheid en anderzijds ruimte voor uitvoerders om gepaste oplossingen te vinden voor onze klanten. Ik denk dat ondanks het tijdgebrek die boodschap is overgekomen. En ik denk ook dat de tijd er rijp voor is. Tijdens de openbare hoorzittingen hebben we iedereen hardop horen pleiten voor meer menselijke maat in de uitvoering. Ik heb goede hoop dat aan die oproep gevolg wordt gegeven.’
‘De sfeer was open’

‘De sfeer was open’
Frens Lemeer
Centrale Cliëntenraad van UWV
Wajongers krijgen, conform een cao, na 12,5 jaar dienstverband een bonus. Daar zien zij niets van terug, de bonus wordt voor de volle honderd procent in mindering gebracht op hun uitkering. Zo staat het in de wet. ‘Schande’, roept de Tweede Kamer, voorbijgaand aan het feit dat zij zelf de wet hebben aangenomen. En UWV krijgt het ten onrechte te verduren.
Het was een van de voorbeelden die Frens Lemeer, voorzitter van de Centrale Cliëntenraad van UWV, aanhaalde tijdens de openbare hoorzitting van de tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties. Lemeer: ‘Dit voorbeeld laat zien hoe groot de afstand is tussen politiek en uitvoering. Er wordt door de politiek een besluit genomen, maar in de gevolgen voor de burgers lijkt te vaak niemand geïnteresseerd. Totdat iemand aan de bel trekt. Dan schreeuwt diezelfde politiek moord en brand.’
Lemeer kijkt met tevredenheid terug op de hoorzitting. ‘De sfeer was open en wij kregen de ruimte om aan te geven waar ons inziens de schoen wringt in de verhouding tussen politiek en uitvoering.’ Eén van die knelpunten is dat UWV zich soms te loyaal opstelt bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving, vindt Lemeer: ‘Te snel en makkelijk zegt UWV dat een nieuwe wet ‘technisch haalbaar’ is. Maar dat iets technisch uitvoerbaar is, wil niet zeggen dat de burger er baat bij heeft. UWV beschikt over de kennis en ervaring om tijdig aan te geven als een wet voor een groep burgers slecht uitpakt. Toch doet UWV dat te weinig omdat men slechts uitvoerder zegt te zijn en men zich verre dient te houden van politiek.’
Lemeer zou graag zien, gaf hij tijdens de hoorzitting aan, dat al in een vroeg stadium overleg plaatsvindt tussen uitvoerders en politiek. ‘Gewoon een normaal, open gesprek over wat volgens UWV haalbaar is en waarin zij tevens kunnen aangeven dat sommige regels mogelijk voor groepen burgers nadelig uitpakken, zoals je dat straks zult zien bij de invoering van de nieuwe Wajongwet. Als de politiek dan toch een eigen afweging maakt, prima, maar dan kunnen ze tenminste niet achteraf zeggen: ‘Oh, hadden we dat maar eerder geweten…’
Sociale ondernemers

Willemijn Verloop
Impactinvesteerder en oprichter van het fonds Rubio Impact Ventures
Welk risico loop je? Wat levert het op? Die twee vragen liggen vaak ten grondslag aan ons handelen. In elk geval aan ons economisch handelen. Al mijn hele leven voeg ik daar een derde vanzelfsprekende vraag aan toe: welk verschil heb je gemaakt? Welke impact voor de samenleving heb je weten te realiseren? Een lastige vraag, omdat ‘impact’ zo moeilijk tastbaar te maken is. Toch is dat wat ik beoogde toen ik het investeringsfonds Rubio Impact Ventures begon: investeringen meetbaar maken in termen van resultaat én maatschappelijke impact.
Inmiddels hebben we bijna 100 miljoen euro weten op te halen, die we investeren in ondernemingen die positieve impact realiseren op mens en planeet. Daar ligt een simpel inzicht aan ten grondslag: waar ben je later trots op? Zeg je dan: ik heb een bedrijf uit de grond gestampt dat elk jaar vette winst maakte? Of zeg je: ik heb voor tientallen, misschien wel duizenden mensen iets betekend, het leven mooier gemaakt of onze omgeving leefbaarder gemaakt.
Ik deed dit jarenlang door me met hart en ziel in te zetten voor War Child. In de loop der tijd leerde ik dat je behalve in goede doelen óók in meer ondernemende oplossingen moet investeren. Die hebben de potentie om enorm groot te worden en zichzelf in stand te houden, waardoor de impact zichzelf als het ware blijft versterken.
Kijk naar de talloze ‘sociale ondernemers’ in Nederland. Aanvankelijk werden ze gezien als dromerige idealisten, inmiddels bewijzen ze dat ze gezonde, duurzame verdienmodellen ontwikkelen op veel gebieden, bijvoorbeeld door ruim baan te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voor mij zijn dit de bedrijven van de toekomst. Als het aan mij ligt gaan we met elkaar ‘succes’ ook steeds meer definiëren als hoeveel waarde je voor de samenleving weet te creëren.