uwv magazine
N°2

Arbeidsmarkt moet op de schop
Iedereen is doordrongen van de noodzaak van een ingrijpende hervorming van de arbeidsmarkt, vertelt Hans Borstlap in een uitgebreid interview na de presentatie van zijn rapport. Verder in deze editie: veranderingen op til in de wetgeving rond re-integratieverplichtingen.
De nieuwste cijfers
Een goede start

De studiekeuze is erg bepalend voor je carrière, blijkt uit onderzoek van UWV. Begin februari verscheen een ranglijst van hbo-opleidingen en wo-opleidingen naar de startpositie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt.
De startpositie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt verschilt heel erg per opleiding. Leraren exacte vakken, tandheelkundigen en fiscaal economen zijn erg in trek op de arbeidsmarkt. Afgestudeerden letterkunde, kunstacademie, muziek of culturele antropologie hebben daarentegen veel moeite om een goede plek op de arbeidsmarkt te veroveren.
Afgestudeerden van studies die een goede startpositie opleveren, blijven het meestal goed doen op de arbeidsmarkt. Niet alleen begint iemand met een goed salaris en een vast contract, na 10 jaar is dit nog steeds zo. Het omgekeerde geldt ook: bij opleidingen met een minder succesvolle startpositie is er meestal geen sprake van een inhaalslag.
Bij universitaire opleidingen wordt het verschil zelfs groter. De studierichting is daarom een belangrijke factor bij het succes op de arbeidsmarkt, ook 10 jaar na afstuderen. De analyse naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van hbo-opleidingen en universitaire opleidingen is gebaseerd op het eerdere onderzoek Studie & Werk 2019 van SEO Economisch onderzoek en Elsevier Weekblad. UWV werkt met hen samen en vergeleek de startpositie van afgestudeerden, de kans op een baan, vast werk, het bruto-uurloon, het jaarinkomen en de situatie 10 jaar na afstuderen. Lees het hele rapport.
WW-uitkeringen in januari 2020 hoger dan eind 2019
Het aantal WW-uitkeringen lag eind januari 2020 hoger dan eind december 2019: 241.500 ten opzichte van 223.500. In januari zien we vaker een stijging van het aantal WW-uitkeringen onder invloed van een seizoenpatroon. De gunstige economische ontwikkeling zorgt er nog steeds voor dat het aantal WW-uitkeringen eind januari 2020 in vergelijking met eind januari 2020 lager ligt: bijna 38.000.
Instroom | Uitstroom | Aantal uitkeringen | |
---|---|---|---|
okt | 22.8 | 27.3 | 269.0 |
nov | 34.1 | 36.5 | 266.6 |
dec | 24.3 | 28.1 | 262.7 |
jan | 47.9 | 31.5 | 279.1 |
feb | 26.0 | 31.5 | 273.6 |
mrt | 24.8 | 30.7 | 267.7 |
apr | 22.6 | 32.9 | 257.4 |
mei | 28.8 | 35.5 | 250.7 |
jun | 22.3 | 30.3 | 242.7 |
jul | 23.5 | 32.2 | 233.9 |
aug | 33.2 | 30.6 | 236.6 |
sep | 23.0 | 26.2 | 233.4 |
okt | 30.0 | 29.9 | 233.5 |
nov | 26.3 | 32.1 | 227.7 |
dec | 21.7 | 25.9 | 223.5 |
jan | 48.9 | 30.9 | 241.5 |
Door op de onderdelen in de grafiek te klikken kunt u de exacte aantallen voor uitkeringen op een bepaald moment opvragen. Ook kunt u, als u niet alle gegevens wilt afdrukken of kopiëren, onderdelen weghalen (en weer terugzetten) door te klikken op de woorden instroom, uitstroom en aantal uitkeringen onder de grafiek. Alle cijfers zijn in duizendtallen weergegeven.
Op de grafiek hierboven heeft de linker y-as betrekking op de instroom en de uitstroom en de rechter y-as op het aantal uitkeringen.
WW: instroom, uitstroom en aantal uitkeringen (x 1.000)
Instroom | Uitstroom | Actueel volume | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | V | M | V | M | V | M | ||||||||||||||||||||||||
Leeftijd | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ |
jan 2019 | 1.8 | 6.3 | 4.6 | 4.6 | 3.9 | 2.3 | 6.8 | 5.5 | 5.9 | 6.4 | 1.3 | 4.5 | 3.4 | 3.8 | 3.0 | 1.4 | 4.0 | 3.1 | 3.5 | 3.4 | 5.2 | 25.1 | 27.1 | 35.2 | 46.4 | 6.1 | 23.5 | 24.7 | 33.6 | 52.1 |
jan 2020 | 1.8 | 6.7 | 4.8 | 4.8 | 3.9 | 2.4 | 6.9 | 5.5 | 5.8 | 6.3 | 1.2 | 4.3 | 3.2 | 3.4 | 3.4 | 1.3 | 4.0 | 3.0 | 3.2 | 4.0 | 5.0 | 24.1 | 24.4 | 29.7 | 35.0 | 5.8 | 22.5 | 23.5 | 29.3 | 42.2 |
De cijfers zijn voorlopig.
Meer informatie over de laatste werkloosheidscijfers.
Klik hier voor video’s met uitleg over de WW-cijfers.
Eindrapport Borstlap

Regulering van werk
De arbeidsmarkt moet op de schop, zo luidt de hoofdboodschap van de commissie-Borstlap in haar eindrapport. In wat voor land willen wij werken?
Kloof tussen vast en flex is onwenselijk

‘Kloof tussen vast en flex is onwenselijk’
Hans Borstlap
voorzitter commissie Regulering van Werk
De ontvangst van het rapport Regulering van Werk stemt commissievoorzitter Hans Borstlap tevreden. Vrijwel iedereen kon zich vinden in de analyse dat de huidige regels rondom arbeid grondig aan hervorming toe zijn. ‘Niemand heeft afstand genomen van onze kritiek dat de kloof tussen vast en flex onwenselijk groot is’, zegt Borstlap. ‘Die kloof is slecht voor de economie, want de productiviteit van flexwerkers ligt lager. Het is in sociaal opzicht onwenselijk omdat een groot deel van de flexwerkers vooral bezig is met de vraag of ze volgende maand nog werk hebben, in plaats van met scholing en ontwikkeling. Die onzekerheid maakt dat zij de keuzes om een huis te kopen of een gezin te starten, uitstellen. De scheefgegroeide verhouding tussen flex en vast tast bovendien de grondslag voor de financiering van onze collectieve uitgaven aan. Te weinig mensen betalen nog gewoon loonbelasting, de hoofdmoot van de belastinginkomsten.’
Natuurlijk was er ook kritiek, maar dat betreft vooral de oplossingen voor wat Borstlap wel ’de nieuwe sociale kwestie’ noemt. ‘Het is prima dat er discussie is over ons voorstel om deeltijdontslag mogelijk te maken of over de hogere premies voor sociale zekerheid en een hoger wettelijk minimumloon voor flexwerkers. Dat is ook precies wat we met ons rapport beogen: het initiëren van een nationaal debat over hoe we de arbeidsmarkt toekomstbestendig kunnen maken.’
Lees hieronder verder
Zorg voor een gelijk speelveld

‘Zorg voor een gelijk speelveld’
vervolg interview Hans Borstlap
Hans Borstlap heeft lang genoeg in Den Haag rondgelopen – hij was onder meer topambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en lid van de Raad van State – om te weten dat politici niet zitten te wachten op een rapport dat concrete, panklare oplossingen aandraagt. Borstlap: ‘Dat is aan de politiek. Wij hebben ervoor gekozen om grondig te analyseren waarom de huidige regelsystemen rond werk niet aansluiten bij de arbeidsmarkt van de 21e eeuw en vervolgens in grote lijnen geschetst waar volgens ons de oplossingen in moeten worden gezocht.’
Geen partij blijft in het rapport buiten schot, als het aan Borstlap ligt. Het vaste contract wordt minder vast. Deeltijdontslag wordt mogelijk, het ontslagrecht wordt versoepeld en werkgevers moeten de mogelijkheid krijgen om functie, arbeidsplaats en werktijden aan te passen aan de bedrijfseconomische omstandigheden. Voor werkgevers wordt het stukken lastiger, lees duurder, om flexwerkers in te huren. De sociale premies en het wettelijk minimumloon gaan wat Borstlap betreft voor deze groep omhoog en er komt een einde aan de wildgroei aan arbeidscontracten. Er blijven nog 3 smaken over: een normaal arbeidscontract (tijdelijk of vast), zelfstandig ondernemerschap en werk via een uitzendbureau. Zzp’ers wacht een geleidelijke afbouw van de fiscale voordelen en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Borstlap: ‘Wat we hebben gesteld is: zorg voor een gelijk speelveld, beprijs externe krachten en zorg voor wendbaarheid en weerbaarheid, 2 kanten van dezelfde medaille.’
Lees hieronder verder
Blijvende bijscholing is noodzakelijk

‘Blijvende bijscholing is noodzakelijk’
vervolg interview Hans Borstlap
Een van de meest opvallende aanbevelingen in het eindrapport is het individuele ontwikkelingsbudget dat iedereen bij geboorte meekrijgt. Het kan worden aangewend voor het volgen van een universitaire studie, maar ook voor bij- of omscholing. Borstlap: ‘De arbeidsmarkt vraagt meer en meer om flexibiliteit en wendbaarheid. Werkenden zullen zich blijvend moeten scholen om de ontwikkelingen bij te kunnen houden. Welke kennis en vaardigheden wellicht nu of later van pas komen zou in overleg met een soort loopbaancoach van UWV of gemeente kunnen worden bepaald.’
Het individuele ontwikkelingsbudget is onderdeel van een pakket maatregelen voor een meer activerend arbeidsmarktbeleid. Borstlap: ‘Werk is belangrijk, niet alleen voor de economie, maar ook voor mensen zelf, het maakt dat men zich meer betrokken voelt bij de samenleving. Het is onacceptabel dat bijna 2 miljoen mensen aan de kant staan omdat zij ziek, arbeidsongeschikt of werkloos zijn, terwijl er tegelijkertijd honderdduizenden vacatures zijn.’
Borstlap pleit voor een veel intensievere, persoonlijke begeleiding van mensen die om de een of andere reden niet werken. ‘Daar is de afgelopen jaren helaas fors op bezuinigd. Ons idee is dat mensen die werkloos of (deels) arbeidsongeschikt zijn, terechtkunnen bij een soort coach die hen begeleidt naar werk. 1 loket dus voor iedereen, of het nu iemand is met WW, WIA, Wajong of Bijstand. Achter dat loket vinden UWV, gemeenten, en uitzendbureaus elkaar in een privaat-publieke samenwerking. Weg met de schotten tussen al die verschillende instanties.’
Lees hieronder verder
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Zoet en zuur zijn in balans

‘Zoet en zuur zijn in balans’
vervolg interview Hans Borstlap
Nee, zegt Hans Borstlap gedecideerd, hij is niet bang dat het eindrapport in een la verdwijnt. Iedereen is doordrongen van de noodzaak van een ingrijpende hervorming van de arbeidsmarkt, is Borstlap de afgelopen weken duidelijk geworden. ‘Afgaande op de reacties denk ik dat we een afgewogen rapport hebben afgeleverd. Alle arbeidsmarktpartijen vragen we een draai te maken, maar daar staat het nodige tegenover. Zoet en zuur zijn in balans. Met als uiteindelijk doel een arbeidsmarkt die toekomstbestendig is, één die beter bestand is tegen recessie en tegen de gevolgen van de technologische revolutie.’
2 begrippen staan centraal, zegt Borstlap: wendbaarheid en weerbaarheid. ‘Het zijn 2 kanten van dezelfde medaille. Van werknemers bijvoorbeeld vragen we omwille van de wendbaarheid iets in te leveren op de zekerheden van een vast contract, maar daar tegenover staat dat we tegelijk hun weerbaarheid vergroten door een scholingsbudget en door de inzet van persoonlijke begeleiding als hun iets overkomt. Werkenden en niet-werkenden zo veel vertrouwen geven dat ze niet bang zijn om in beweging te komen, dat is waar het in essentie om draait. Het mooiste nog vind ik het enthousiasme dat verschillende partijen aan de dag leggen om serieus en met open vizier aan de slag te gaan met ons rapport, of het nu UWV, de uitzendbranche, het FNV of mkb betreft. Ja, ik ben een tevreden man.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Uit het magazine

Nederland kampioen flex
In Nederland heeft over niet al te lange tijd de helft van de beroepsbevolking een flexibel arbeidscontract. Arbeidsmarktdeskundige Ben Rogmans (links) en CNV-voorzitter Piet Fortuin over de vergaande flexibilisering. Een greep uit de artikelen in het nieuwe nummer van het magazine.
Een huis vol visite

Regelmatig staan er delegaties van buitenlandse zusterorganisaties op de stoep om mee te delen in de kennis en ervaring van UWV.
1 PowerPoint-slide en twintig minuten. Meer heeft Johan de Jong (op de foto met zijn collega Corine Peeters) na tientallen werkbezoeken van delegaties van buitenlandse zusterorganisaties niet nodig om zijn gasten uit te leggen hoe de sociale zekerheid in Nederland is ingericht. Op de slide staan de 3 lagen van ons stelsel: de ministeries, de uitvoerders en de wetten. De Jong, strategisch beleidsadviseur bij de directie Strategie Beleid en Kenniscentrum van UWV, vertelt bij de slide iets over de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse sociale verzekeringen. ‘De meeste delegaties vallen van hun stoel als ze horen dat de Ziektewet nagenoeg geprivatiseerd is en dat de werkgever het loon maximaal 2 jaar doorbetaalt. Ze vinden het ook bijzonder dat de wetgever dit met zo weinig problemen voor elkaar gekregen heeft.’
Veel buitenlandse belangstelling is er ook voor de manier waarop UWV de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt. Zeker een derde van de aanvragen heeft daar betrekking op, zegt Johan. ‘Veel landen hebben opbouwstelsels, waarbij de hoogte van de uitkering afhankelijk is van de duur van de verzekering. Wij kennen dat soort voorwaarden niet. De enige voorwaarde is dat je verzekerd moet zijn op de dag dat je arbeidsongeschikt wordt verklaard. Bovendien doen wij veel re-integratie-inspanningen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen.’
Lees het hele interview.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Dalende doorstroom

Het aantal mensen dat vanuit de WW doorstroomde naar de bijstand is in 2018 opnieuw gedaald. Dit blijkt uit een onderzoek van UWV-arbeidsmarktadviseur Annelies Boerdam.
In 2018 kwamen 14.200 mensen vanuit de WW terecht in de bijstand. ‘5.000 minder dan het jaar daarvoor’, aldus Boerdam (op de foto met Alex Hallema). ‘Deze dalende trend zien we al vanaf 2015. De economische situatie speelt daarbij zeker een grote rol: er is meer werk. Dat zie je bijvoorbeeld goed bij de groep 55- tot 60-jarigen. Over het algemeen komt die groep lastig weer aan het werk. Maar in 2018 zie je juist daar een grote afname van doorstromers vanuit de WW naar de bijstand.’
Niet alle achterliggende oorzaken van de lagere doorstroom naar bijstand zijn terug te vinden in de cijfers van het onderzoek. Maar landelijk adviseur samenwerking gemeenten Alex Hallema heeft wel een verklaring: ‘Als ik naar de cijfers per regio kijk, dan zie ik een duidelijke relatie tussen het aantal mensen dat weer werk vindt en gemeenten die zich daar samen met UWV voor inzetten. Met andere woorden: samenwerking loont.’
Lees het hele artikel
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Beste lezer

Ondoorgrondelijk taalgebruik door overheidsinstanties is voor veel burgers een probleem. Klanten van UWV zijn daarop geen uitzondering.
Naar schatting een kwart van de 1,2 miljoen klanten vindt brieven van UWV vaak te ingewikkeld.
Over wat een goede brief is bestaan verschillende meningen, legt Daniëlle Koning (manager Klantreizen UWV, rechts op de foto met Ginger van Kuijk) uit. ‘Voor UWV is niet alleen belangrijk dat de lezer snapt wat er staat, maar dat hij ook begrijpt welke actie hij moet ondernemen. Uit reacties van klanten, of juist het uitblijven daarvan, weten we dat het daar nog weleens aan schort. Klantonderzoek laat dat ook zien.’
UWV vraagt klantenpanels, waaraan mensen met een uitkering van UWV en werkgevers deelnemen, een paar keer per jaar naar hun mening over dienstverlening of communicatie. Daarnaast schakelt UWV regelmatig een onderzoeksbureau in dat onafhankelijk onderzoek doet naar klantbeleving. Ook reacties die binnenkomen via andere afdelingen en sociale media vinden hun weg naar de communicatieafdeling.
Lees het hele artikel.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Promotie-onderzoek

Oost-Europese arbeidsmigranten zouden op grote schaal misbruik maken van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel. Maar wat zijn de feiten?
Anita Strockmeijer, kennisadviseur bij UWV, deed promotieonderzoek naar dit onderwerp. Centrale vragen: zijn er verschillen in werk en uitkeringsgebruik tussen Nederlanders en Oost-Europese arbeidsmigranten? En zo ja, welke factoren verklaren die verschillen? ‘Op basis van de data zien we een genuanceerd beeld van Oost-Europese arbeidsmigranten; een blijvend zwakke positie op de arbeidsmarkt die grotendeels de hogere WW-instroom verklaart en niet duidt op strategisch gedrag’, zegt Strockmeijer. ‘Dat wil niet zeggen dat er geen fraude is, maar de verschillen met andere migrantengroepen zijn klein en geven geen aanleiding te veronderstellen dat hun uitkeringsgebruik afwijkt of – daar waar het afwijkt – omvangrijk is. Mijn promotieonderzoek toont het belang om bij de discussie over het uitkeringsgebruik van Oost-Europese arbeidsmigranten ook oog te hebben voor hun positie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daar is des te meer reden voor omdat een aanzienlijk deel van hen voor langere tijd in Nederland zal blijven.’
Lees het hele artikel.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
RIV-toets

Samen werkt beter
Minister Koolmees heeft maatregelen aangekondigd om loondoorbetalingsverplichtingen bij ziekte transparanter te maken. Zo wordt mogelijk per 1 januari 2021 het medisch advies van de bedrijfsarts bij de toets op re-integratie-inspanningen (RIV-toets) leidend. Wat vinden betrokkenen van deze maatregel?
Inleiding: zo werkt de RIV-toets

Het komt regelmatig voor dat een werkgever een loonsanctie krijgt omdat de verzekeringsarts van UWV van mening verschilt met de bedrijfsarts. Dat gaat vaak over de belastbaarheid van de werknemer. De situatie is nu dat de werkgever het oordeel van de bedrijfsarts volgt bij de begeleiding en re-integratie van de zieke werknemer. Werkgevers zijn wettelijk verplicht om die begeleiding af te nemen bij een bedrijfsarts. Als het re-integratieprogramma van de bedrijfsarts niet leidt tot een betermelding, doet de werknemer aan het eind van het traject (na 104 weken ziekte) een aanvraag voor een WIA-uitkering. Dan volgt een RIV-(re-integratieverplichting)toets. Bij die toets kijkt UWV of de werkgever zich – met hulp van de bedrijfsarts – voldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van de werknemer. Die toets wordt gedaan door een arbeidsdeskundige en waar nodig een verzekeringsarts. Het komt voor dat de verzekeringsarts van mening is dat de werknemer meer belastbaar is en dat de inspanningen onvoldoende waren. De werkgever krijgt dan een loonsanctie opgelegd. Het oordeel van de verzekeringsarts is nu dus leidend.
Voor de zomer gaat er een wetsvoorstel over de RIV-toets naar de Tweede Kamer. Als de wet wordt aangenomen, wordt vanaf 1 januari 2021 bij de RIV-toets alleen nog gekeken naar het re-integratieverslag. Een arbeidsdeskundige beoordeelt dan of de re-integratie-inspanningen passend zijn bij het medisch advies en de medische beoordeling van de bedrijfsarts. De verzekeringsarts komt er niet meer bij kijken, behalve in sociaal-medisch opzicht. De mening van de bedrijfsarts wordt dus leidend. De verzekeringsarts doet wel een sociaal-medische inschatting rond het recht op een WIA-uitkering, maar oordeelt niet over de mate van inspanning tot re-integratie.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Bedrijfsartsen zijn er wel tevreden mee

‘Bedrijfsartsen zijn er wel tevreden mee’
Gertjan Beens
bedrijfsarts en voorzitter NVAB
‘Ik snap vanuit werkgeversperspectief goed dat de minister het toetsingsproces eerlijker, transparanter en betrouwbaarder wil maken. Een werkgever moet erop kunnen vertrouwen dat er geen loonsanctie volgt wanneer hij het advies opvolgt van de deskundige (de bedrijfsarts) die hij op grond van de wet heeft ingeschakeld, terwijl een andere deskundige (de verzekeringsarts) op een ander moment een ander oordeel heeft. Dus als je kijkt naar het doel waarvoor de maatregel is genomen, namelijk de werkgever niet voor onaangename verrassingen te stellen, dan zeg ik: goede stap. De meeste collega’s zijn er dan ook tevreden mee.
Onze betrokkenheid bij verzuim en re-integratie is een andere dan die van de verzekeringsarts. Wij adviseren tijdens de eerste 2 jaar re-integratiebegeleiding. Dat doen we om partijen in beweging te krijgen of om op omstandigheden in te grijpen. Ons advies is zo goed als de acceptatie waarmee het ontvangen wordt en vraagt om draagvlak. Voor UWV moet verzamelde informatie juist objectief en reproduceerbaar zijn. Het dient immers om een oordeel te kunnen vellen over uitkeringsrecht. Dat is een heel ander perspectief. Er is door UWV ook juist jarenlang op gestuurd om de verzekeringsarts op afstand te brengen van werkgever en bedrijfsarts. Verbetering van samenwerking wordt dan ook door beide beroepsgroepen toegejuicht.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Het succes van twee paar ogen

‘Het succes van twee paar ogen’
Dr. Rob Kok
verzekeringsarts en voorzitter NVVG
‘Het is voor alle partijen frustrerend wanneer bij een RIV-toetsing blijkt dat artsen verschillend oordelen over de re-integratie-inspanningen. Cijfers geven aan dat dit speelt bij 12% van alle opgelegde loonsancties. Ik heb vanuit een loonsanctiecommissie zelfs begrepen dat het oordeel van de verzekeringsarts direct of indirect een rol kan spelen bij wel 40 tot 50% van alle opgelegde loonsancties. Daar is duidelijk ruimte voor verbetering. De bereikbaarheid tussen de beroepsgroepen kan verbeterd worden. We zouden elkaar vaker moeten treffen, ook bij individuele casuïstiek. Het succes van de Wet Verbetering Poortwachter is juist dat er nóg een paar ogen meekijkt. Het is ook echt in het belang van de cliënt dat er bij de toetsing door een verzekeringsarts, als er sprake is van een complexe casus, ruimte is voor intercollegiaal overleg of samenwerking. Hoe is de re-integratie de afgelopen 2 jaar verlopen? Is alles gedaan wat je redelijkerwijs van een werkgever mag verwachten? Zo kom je tot een zorgvuldig gewogen besluit.
Dat je als bedrijfsarts weet dat er aan het einde van de rit over je schouder kan worden meegekeken door een collega-verzekeringsarts kun je zien als last, maar ook als een kans. Recent onderzoek van Jerry Spanjer, verzekeringsarts bij UWV, leert ons ook dat intercollegiaal overleg leidt tot meer professionaliteit en kwaliteit, onvrede tussen artsen kan wegnemen en minder beoordelingen bij de verzekeringsarts nodig maakt. Win-win dus. Dit verdient verder onderzoek.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Een verrijking van het vak

‘Een verrijking van het vak’
Prof. dr. Han Anema
bedrijfs- en verzekeringsarts, bijzonder hoogleraar UMC
‘In deze discussie maken verzekeringsartsen zich vaak sterk voor hun rol als poortwachter voor de WIA. Maar de tijd die je bespaart op de RIV-toetsing kun je prima inzetten voor herbeoordelingen, waarvoor nu vaak te weinig tijd is. Dit is een verrijking van het vak en veelal ook de wens van de verzekeringsarts. Ik zie de wetswijziging vooral als een kans om de samenwerking tussen de beroepsgroepen te herpakken. Het gevoel dat de verzekeringsarts het werk van de bedrijfsarts controleert, heeft als een splijtzwam gewerkt. Terwijl het in de gehele geneeskunde zo is dat specialisten onafhankelijk een beoordeling doen, maar wel met elkaar overleggen in het belang van goede zorg voor de patiënt. Het is dus goed dat die splijtzwam verdwijnt.
Wereldwijd zijn we unieke specialisten met aantoonbaar veel expertise en meerwaarde. Daar mogen we trots op zijn. We moeten de nadruk leggen op wat ons verenigt en vanuit die grondhouding samenwerken. Samen met de beroepsverenigingen gaan we een nieuw communicatie-instrument en nieuwe leidraad ontwikkelen en implementeren door gezamenlijke nascholingen en intervisie. Ik zie het als een mooie kans om de samenwerking structureel te verbeteren. Daar valt nog een wereld te winnen in het belang van de patiënt en diens arbeidsparticipatie.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Arbeidsdeskundige UWV aangewezen op bedrijfsarts

‘Arbeidsdeskundige UWV aangewezen op bedrijfsarts’
Paul Schaap
beleidsadviseur en arbeidsdeskundige UWV
‘Wat verandert er voor UWV als het advies van de bedrijfsarts bij de RIV-toets leidend wordt? De RIV-toets zal dan volledig worden uitgevoerd door de arbeidsdeskundige van UWV. Hij kan niet meer terugvallen op de verzekeringsarts. Als er onduidelijkheid bestaat over de belastbaarheid die de bedrijfsarts heeft weergegeven, is de arbeidsdeskundige voor toelichting volledig aangewezen op die bedrijfsarts. Dat kan met zich meebrengen dat het aantal (noodzakelijke) contactmomenten tussen arbeidsdeskundige en bedrijfsarts aanzienlijk toeneemt. Alleen wanneer de belastbaarheid op uniforme en gestandaardiseerde wijze door bedrijfsartsen wordt weergegeven, op basis van uniform vastgestelde referentiewaarden en definities, kunnen onduidelijkheden zoveel mogelijk worden weggenomen. En alleen dan kan de arbeidsdeskundige zich een beeld vormen van de belastbaarheid zoals de bedrijfsarts bedoeld heeft en kan de transparantie en uniformiteit van de RIV-toetsen door UWV in het algemeen worden gewaarborgd en vergroot.
Bedrijfsartsen en verzekeringsartsen hebben verschillende beoordelingskaders. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat er ná de RIV-toets een verschil bestaat tussen de belastbaarheid die de bedrijfsarts ten behoeve van de re-integratie constateert en de belastbaarheid die daarna bij de claimbeoordeling door de verzekeringsarts wordt vastgesteld. Dat is voor de klant lastig te begrijpen en hem moeilijk uit te leggen. Het is belangrijk om zo’n discrepantie zoveel mogelijk uit te sluiten of te voorkomen. Daarom wordt groot belang gehecht aan afstemming, overleg en samenwerking van bedrijfsartsen, verzekeringsartsen en hun beroepsverenigingen, gericht op harmonisering van hun beoordelingskaders.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Op klantreis

Cabaretier Vincent Bijlo houdt van duidelijke taal. Wat dat is? Daar heeft hij zo zijn eigen mening over.
Transparantie is binnen onze organisatie prio one. Daartoe dienen wij ons te bedienen van een klantgedreven dienstverlening. Onze klanten zijn immers onze stakeholders en wij, gamechangers als we zijn, wij moeten eigenaarschap van het communicatietraject tussen ons en de klant tonen, daar mogen op de werkvloer geen visieverschillen over bestaan. Als die er wel zijn, pakken we ze op en gaan ermee stoeien, we maken ze smart, we nutten ze uit, net zo lang tot alle neuzen dezelfde kant op staan. Als dat niet stante pede lukt, kiezen we even voor de parkeerstand, we laten het teruggekoppelde resultaat landen in het proces, zodat iedereen elkaar recht in de ogen kan kijken. Die uitkomsten houden we vervolgens tegen elkaar aan zodat we kunnen spiegelen, en dan gaan we aan de slag met de output om de workshops Duidelijke Taal handjes en voetjes te geven. Daarmee slaan wij piketpaaltjes in het voortgangstraject om op het level van de klant te komen.
Daar hebben wij een tool voor ontwikkeld, de klantreis. De klantreis zorgt voor borging van de assessmentgegenereerde output die wij hebben opgedaan in een aantal monitorsessies. Zo blijven wij de hele klantreis binden en boeien in een all-inclusivebenadering die per klant een gefinetunede dynamische approach kent. Wij houden de klant, en de klant ons in het vizier. Er ontstaat op die manier geen klantreisdip. Ter optimalisering van de klantreis beleggen we een empathiedag. Wij zijn zelf de klant. Wij bestellen, doordat wij werkloos zijn geworden, een ticket voor onze eigen klantreis. We stappen in de taal, het voertuig van het denken, en we merken al snel dat onze reisleider een gebakkenluchtverkoper blijkt te zijn die in zijn academische bubbel is verleerd om simpele dingen simpel uit te leggen. We raken verdwaald, we worden gekapitteld, terwijl we nog niets fout gedaan hebben. ‘Let op: u moet zo snel mogelijk nieuw werk zoeken!’
1 reactie
11 maart 2020 om 14:59 uur
|"duidelijke taal" kostte mij enige inspanning bij het lezen door het gebruik van engelse jargonwoorden waar ik de waarde niet van inzag, wel verwarrend en geen easy reading essay. voor mij de plank misgeslagen. ik bewonder Vincent Bijloo, dat staat er los van.
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
0 reacties
+ schrijf een reactie
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.