uwv magazine
N°1

Bedienen van de klant
Gebruikersgemak en klanttevredenheid staan bij veel organisaties hoog op de agenda. Met de omnichannel-benadering zet UWV een nieuwe stap in deze richting. Verder: aandacht voor de STAP-regeling, die de fiscale aftrek voor studiekosten vervangt.
De nieuwste cijfers
UWV helpt met studiekiezen voor het mbo

De afdeling Arbeidsmarktinformatie van UWV doet regelmatig onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van studenten uit verschillende typen onderwijs.
In 2020 verschenen er publicaties over de baankansen van hbo’ers en wo’ers, en onlangs publiceerde UWV drie vergelijkende onderzoeken naar de arbeidsmarktpositie van mbo’ers op bol/bbl-niveau 2, bol-niveau 3 en 4 en bbl-niveau 3 en 4. De belangrijkste vraag die daarin beantwoord wordt: met welke opleiding heb je, naast natuurlijk je interesses en capaciteiten, de beste startpositie op de arbeidsmarkt? Uit onderzoek blijkt dat studiekiezers die arbeidsmarktinformatie voor baankansen meenemen in hun overwegingen, een meer bewuste loopbaankeuze maken en daardoor een betere startpositie hebben op de arbeidsmarkt.
Ook voor volwassen werkzoekenden
De publicaties zijn voornamelijk bedoeld voor decanen, mentoren in het voortgezet en middelbaar onderwijs en loopbaanprofessionals, maar bieden ook handvatten voor adviseurs werk van UWV en loopbaanadviseurs van de Leerwerkloketten. Daarmee kunnen ze volwassenen adviseren zich te laten omscholen naar een ander, kansrijker beroep, zegt Michel van Smoorenburg, senior arbeidsmarktadviseur bij UWV. ‘Er verdwijnen in bepaalde sectoren immers steeds meer banen, terwijl er in andere juist kansen liggen. De noodzaak tot omscholing is groot.’
Aantal WW-uitkeringen in december gestegen
Het aantal WW-uitkeringen lag eind december 2020 hoger dan eind november 2020: circa 285.000 versus ruim 276.000. Dit hogere niveau heeft vooral te maken met een toename van het aantal WW-aanvragen eind december. Aan de daling die optrad in augustus en september is een eind gekomen. In de maanden augustus en september was er nog sprake van een duidelijke daling, die grotendeels het gevolg was van de invoering van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Het ongunstige effect van corona op de economie zorgde ervoor dat het aantal WW-uitkeringen eind december 2020 duidelijk hoger was in vergelijking met eind december 2019: circa 62.000 meer.
Instroom | Uitstroom | Aantal uitkeringen | |
---|---|---|---|
aug | 33.2 | 30.6 | 236.6 |
sep | 23.0 | 26.2 | 233.4 |
okt | 30.0 | 29.9 | 233.5 |
nov | 26.3 | 32.1 | 227.7 |
dec | 21.7 | 25.9 | 223.5 |
jan | 48.9 | 30.9 | 241.5 |
feb | 26.6 | 27.9 | 240.2 |
mrt | 37.8 | 27.6 | 250.4 |
apr | 73.7 | 32.0 | 292.1 |
mei | 42.0 | 33.0 | 301,1 |
jun | 33.3 | 33.8 | 300.6 |
jul | 43,6 | 43.4 | 300.8 |
aug | 28,4 | 37.5 | 291.7 |
sep | 24,7 | 37,9 | 278,4 |
okt | 42,3 | 42.5 | 278.3 |
nov | 33.0 | 34.9 | 276.4 |
dec | 44.8 | 35.6 | 285.7 |
WW: instroom, uitstroom en aantal uitkeringen (x 1.000)
Instroom | Uitstroom | Actueel volume | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | V | M | V | M | V | M | ||||||||||||||||||||||||
Leeftijd | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ |
jan-dec 2019 | 14.8 | 48.8 | 34.3 | 34.6 | 26.1 | 16.4 | 47.7 | 35.6 | 36.1 | 35.6 | 14.4 | 49.4 | 37.2 | 40.0 | 39.8 | 16.4 | 48.0 | 36.6 | 39.8 | 47.6 | 4.5 | 21.8 | 22.8 | 28.3 | 34.3 | 4.7 | 19.6 | 21.0 | 26.7 | 39.7 |
jan-dec 2020 | 37.6 | 70.4 | 45.7 | 44.5 | 33.0 | 37.0 | 71.5 | 47.7 | 46.1 | 45.6 | 30.5 | 60.5 | 39.1 | 37.9 | 35.2 | 31.1 | 60.4 | 40.0 | 38.2 | 44.0 | 10.2 | 31.1 | 29.2 | 34.5 | 34.7 | 9.3 | 30.0 | 28.6 | 34.0 | 44.0 |
De cijfers zijn voorlopig.
Meer informatie over de laatste werkloosheidscijfers.
Omnichannel

Veilige en betrouwbare digitale dienstverlening
De rol van omnichannel - het bereiken en bedienen van de klant via verscheidene communicatiekanalen - speelt binnen UWV een steeds voornamere rol. ‘Primair voor ons blijven het gebruiksgemak en de tevredenheid van de klant.’
‘De klant op weg helpen’

‘De klant op weg helpen’
Maarten Burgering
Manager Business Management bij UWV
‘Omnichannel, het klinkt modieus, maar het is allemaal niet zo ingewikkeld hoor. Binnen de projecten van mijn team kijken we naar de begrippen ‘gemakkelijk’, ‘goed geholpen’ en ‘betrouwbaar’. We vragen onze klanten voortdurend wat ze van deze punten vinden en zien dat we op deze elementen nagenoeg altijd boven de 80% tevredenheid scoren. Ja, daar zijn we trots op.
Als een klant kan kiezen voor het communicatiekanaal van zijn eigen keuze helpt dat ook op deze scores en zullen deze verbeteren. Als UWV hoeven we geen enorme innovator te zijn, we willen op maat communiceren met de klant. Daar bewegen we voortdurend in mee en kunnen met pilots ook zaken testen als bijvoorbeeld een verbeterde zoekfunctie of zelfs een virtuele assistent op de website.
Het meten en weten van wat de klant wil en vindt is voor ons dusdanig belangrijk voor ons dat we een fysiek klantcentrum hebben ingericht op het hoofdkantoor. Daar gaan we face to face in gesprek met onze klanten over onze communicatie op de verschillende kanalen. Wat vinden zij er van? We testen hoe het voor hen is om met meer beelden en dus minder tekst te werken in onze communicatie, mobiele website, app, nieuwe brieven etc. We kijken bovendien live mee naar hun surfgedrag.
Vanuit onze positie willen we ons altijd in de klant verplaatsen. Wat is een logisch kanaal om informatie aan te bieden en hoe moet deze eruit zien? Een goed voorbeeld is de nieuwe wetgeving rond het geboorteverlof in 2022. Als K&S vinden wij dat we meer voor de klant moeten betekenen dan alleen die wet implementeren. We pakken ook onze verantwoordelijkheid om onze klanten op weg te helpen in de verschillende opties voor verlof die er straks zijn. Wat is slim voor mij? Zo maken we het persoonlijk en waardevol voor deze groep. Dat is onze taak!’
‘Persoonlijke en waardevolle dienstverlening is leidend’

‘Persoonlijke en waardevolle dienstverlening is leidend’
Mark Dillerop
formulemanager Digitale Dienstverlening Klant en Service
‘Voor mij betekent omnichannel persoonlijke en waardevolle dienstverlening voor de klant; dienstverlening in een wereld die in hoog tempo digitaler wordt. Maar pas op: omnichannel staat niet uitsluitend voor digitaal. We sturen nog steeds heel veel enveloppen met brieven en ontvangen nog altijd heel veel enveloppen met formulieren. De klant verwacht dat ze deze - ook - digitaal in het portaal kunnen zien.
Bedenk dat anderen ons daar al in zijn voorgegaan. Bij de tandarts, huisarts, kapper en het ziekenhuis, kun je je persoonlijke dossier al inzien in een veilige digitale omgeving, afspraken maken en berichten sturen. Veilige en betrouwbare digitale dienstverlening die de analoge dienstverlening ondersteunt. Daarbij sturen en verbeteren we door analyse van de klantreis. We hebben er inmiddels 18 in kaart in gebracht en daar komen inzichten uit hoe we de dienstverlening en het samenwerken elke dag beter kunnen maken. Intern, maar primair voor de klant.
Het uitdagende van omnichannel is dat er nog veel is te doen - die kanalen op elkaar afstemmen, vernieuwen en toegankelijk maken. Digitalere dienstverlening heeft daar prioriteit in. Uitdaging is om binnen onze eigen organisatie te zorgen dat die ambitie gedeeld wordt. Daarbij vergeten we de minder digivaardige klanten natuurlijk niet, maar evenzeer de minder digi-vaardige managers helpen we stappen te maken.
Een VNG-rapport over digivaardigheid laat zien dat mannen van middelbare leeftijd met een hoog inkomen tot een groep behoren die vaak minder digivaardig is. Digitalisering is meer dan ICT: het is een mindset, het is oog hebben voor user experience en dienstverlening die past in deze tijd. Kanalen die elkaar versterken, waarbij ook een betere samenwerking tussen divisies van UWV wordt gevraagd. We zullen dus iedereen mee moeten krijgen in dit proces.’
‘Klanten waarderen de UWV-app’

‘Klanten waarderen de UWV app’
Erik Breems
projectmanager Organisatie Project Professionals Human Resources Management
‘In het eerste kwartaal van 2021 gaan we de UWV-app landelijk uitrollen. De applicatie is eigenlijk geboren in 2018 toen we met een grote landelijke storing kampten en bijvoorbeeld WW-klanten hun Inkomstenopgaven niet konden opsturen. De app helpt ons digitale portaal te ontlasten. Bovendien is de app een waardevolle toevoeging aan de dienstverlening van UWV. Klanten kunnen zaken regelen waar en wanneer zij willen.
We zijn nu nog bezig nog bezig met een pilot waaraan 5000 klanten deelnemen, aangedragen door de districten Groningen, Utrecht-Flevoland en Noord-Holland Noord. Alle typen klanten doen mee: mensen die al geruime klant bij UWV zijn en kersverse klanten. De waardering voor de app is hoog. We hebben hen gevraagd de app te beoordelen na het downloaden en instellen en na het invullen van de Inkomstenopgave. De resultaten tonen dat de app goed wordt gewaardeerd.
Het bouwen van de app heeft bijna twee jaar geduurd. Er wordt weleens gesteld dat de buurjongen een app kan bouwen in een paar maanden. Waarom kost het bij UWV dan meer tijd? De UWV-app bevat niet slechts één taak: we hebben het afgelopen jaar een snelweg gecreëerd die het mogelijk maakt verdere onderdelen aan te bouwen. Zo is er een verbinding met diverse systemen in het achterland gelegd, maar ook met Mijn UWV, zodat klanten hun mobiele apparaten zelf kunnen beheren. Dat vormt weer de basis voor de contactvoorkeuren in de toekomst. De klant kan zelf aangeven via welke kanalen hij of zij met UWV wil communiceren: brief, email, etc.
Op basis hiervan gaat de app live en biedt ze de klanten de mogelijkheid om de inkomstenopgave te sturen. Daarmee is deze eerste versie interessant voor mensen met een WW-uitkering of Ziektewetuitkering tijdens of na de WW-uitkering. Er is nu een roadmap met verschillende ideeën om andere e-diensten via de app aan de klant aan te bieden. Dat gaat gebeuren in vervolgprojecten.'
‘Voortdurend met de klant in gesprek blijven’

‘Voortdurend met de klant in gesprek blijven’
Annefleur Noom en Guy Heesakker
Annefleur Noom: ‘Op ons kantoor in Amsterdam Sloterdijk beschikken we sinds september 2020 over een Klantcentrum waar klanten van UWV, maar ook bijvoorbeeld mensen uit werkgevershoek hun mening over onze dienstverlening kunnen geven. Klanten kunnen zich daar voor aanmelden. Momenteel doen we dat natuurlijk digitaal door de Coronacrisis, maar het heeft onze voorkeur die gesprekken straks weer fysiek te voeren.
We testen bijvoorbeeld nieuwe formulieren op hun gebruiksvriendelijkheid. Of brieven op de leesbaarheid. Ook spreken we over de persoonlijke dienstverlening van UWV en welke verwachtingen mensen daarbij hebben. Dat doen we door één-op-één gesprekken, een geroepsgesprek of een brainstorm.’
Guy Heesakker: ‘Met enkele leden van de Cliëntenraad hebben we een bezoek gebracht aan het Klantcentrum - een soort ‘huisje’ in de ontvangsthal van het hoofdkantoor. Het centrum was een wens van UWV-medewerkers en cliëntenraden. Neem de drempel weg voor mensen om in alle rust en vooral vertrouwen hun verhalen te delen met medewerkers van UWV. Het is een heel huiselijke en ontspannen omgeving.’
Noom: ‘We monitoren voortdurend de behoeften van klanten. Niet alleen in het Klantcentrum, maar ook door onder meer het UWV Panel en klanttevredenheidsonderzoeken. Zo blijven we met verschillende klanten in gesprek. In het Klantcentrum hebben we gesproken met laaggeletterden over onze online communicatie. We halen ervaringen op en bespreken hoe de communicatie duidelijker kan. Een ander voorbeeld zijn de brieven. Wat kan daarin beter? In het fysieke Klantcentrum kijken we letterlijk mee over de schouder van de klant. Door met klanten te spreken kunnen we de alinea-indeling verbeteren of het woordgebruik vereenvoudigen als dat nodig is.’
Heesakker: ‘Leden van de Cliëntenraad kregen van klanten klachten over de vaak dwingende toon in sommige brieven van UWV. Mensen schrokken daar oprecht van, raakten in paniek. We kijken in gezamenlijkheid of die toonzetting anders kan. Al is het natuurlijk wel zo dat UWV de wet moet uitvoeren en juridische formuleringen nu eenmaal onvermijdelijk zijn.’
Noom: ‘Ons werk is de feedback van de klant op te halen en mee te nemen in de dienstverlening. Daarbij moet je balans vinden tussen de wettelijke taken van UWV en de behoeften van de klant. Maar voorop staat dat wij de klant écht willen leren kennen. Die is voor ons leidend.’
Heesakker: ‘Ik ben over het geheel genomen tevreden met de wijze waarop UWV communiceert met zijn klanten, al levert de voortschrijdende digitalisering voor velen wel problemen op. Daar valt nog veel te winnen. Soms ben ik bij mensen thuis om hen bij te staan op dit vlak. Dan neem ik nooit zelf de muis ter hand - ze moeten het zélf doen. En dan blijkt gelukkig dat de website steeds beter toegankelijk is.’
Stapje voor STAP

Vervanging fiscale aftrek studiekosten
De deadline komt dichterbij. Op 1 januari 2022 moet de regeling STAP-budget klaar zijn voor gebruik, in een geheel nieuw op te zetten organisatieonderdeel van UWV. Wat is STAP precies en hoe verlopen de voorbereidingen voor de uitrol?
Een leven lang STAP

STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie en vervangt per 1 januari 2022 de belastingaftrek voor studiekosten. Met het STAP-budget, uitgevoerd door UWV, kunnen meer mensen – met name degenen die dit het hardst nodig hebben – zelf meer regie nemen op hun positie op de arbeidsmarkt.
Vanaf 1 januari 2022 kan praktisch iedere Nederlandse burger een financiële tegemoetkoming aanvragen van maximaal € 1.000 per jaar voor het volgen van een erkende opleiding. Maar dit kan ook besteed worden aan een cursus, training of EVC-traject. Deze moet zijn opgenomen in het scholingsregister, dat door DUO wordt ontwikkeld en beheerd. Het STAP-budget is er voor praktisch de hele Nederlandse beroepsbevolking. Dat zijn ruim 9,6 miljoen burgers.
Bij het aanvragen van het STAP-budget kan de burger ook een (digitaal) arbeidsmarktadvies van UWV ontvangen. Dit advies geeft meer richting aan waar je het beste je persoonlijk budget aan kunt uitgeven. Kortom, het STAP-budget is bedoeld om burgers, na afronding van de schoolloopbaan, een leer- en ontwikkelbudget aan te bieden, waarmee zij zelf aansluiting op de arbeidsmarkt kunnen houden of krijgen.
Het proces van aanvragen en afhandelen vindt zoveel mogelijk gedigitaliseerd plaats. De STAP-subsidie wordt door UWV uitbetaald aan de opleider.
‘Bouwen aan nieuw onderdeel’

‘Bouwen aan nieuw onderdeel’
Peter Smit
kwartiermaker (UWV)
‘STAP past helemaal in het straatje van een ‘leven lang ontwikkelen’ en bij de missie van UWV. De regeling maakt de drempel voor scholing lager, met name voor de mensen die dit het hardst nodig hebben. Mijn opdracht is om het nieuwe organisatieonderdeel te bouwen die de STAP-regeling gaat uitvoeren. Daarvoor moeten natuurlijk allerlei zaken geregeld worden, zodat de juiste mensen op de juiste plaats terechtkomen. Het programmateam geeft de onderdelen van de STAP-organisatie vorm. Denk aan de bouw van de applicatie en wie wanneer nodig zijn.
Het wordt allemaal een stuk toegankelijker en makkelijker te begrijpen dan de fiscale aftrekmogelijkheid die we nu kennen. Het maakt de drempel voor scholing lager, met name voor degenen die dit het hardst nodig hebben. Hierdoor kunnen mensen zelf meer regie nemen op hun positie op de arbeidsmarkt. En dat is in het kader van een ‘leven lang ontwikkelen’ belangrijk.
Voor ons is nu het belangrijkste dat we zorgen dat we er klaar voor zijn. We hebben natuurlijk een simpel doel: alles moet op 1 januari 2022 gereed zijn. De applicatie waarmee mensen hun aanvraag voor de STAP-regeling doen moet niet alleen werken, maar ook góed werken. Daarom wil ik dat we er op 1 juli al ‘klaar’ voor zijn, zodat we in de periode tot het einde van 2021 tijd hebben om te testen en bij te sturen.’
‘Kennis meenemen naar STAP’

‘Kennis meenemen naar STAP’
Mike Keesman
gedragswetenschapper (UWV)
Net als bij andere regelingen vraagt UWV ook bij STAP veel van klanten en haar eigen professionals, stelt Mike Keesman. ‘Het is daarom cruciaal om bij de ontwikkeling van communicatie, dienstverlening of processen ook wetenschappelijke kennis mee te nemen over hoe menselijk gedrag tot stand komt’. Precies om die reden is Keesman betrokken bij het team dat bouwt aan STAP.
Keesman hoopt dat burgers die baat hebben bij scholing, dankzij STAP ook daadwerkelijk meer scholing gaan volgen. ‘Helaas blijkt uit Europees onderzoek dat mensen die sowieso al scholing zouden volgen, het meest gebruik maken van scholingssubsidies. Terwijl mensen die mede vanwege financiële redenen weinig scholing volgen, ook het minst hun weg weten te vinden naar scholingsregelingen.’ De gedragswetenschapper kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van STAP, zodat de regeling goed benut wordt door mensen die er het meeste baat bij hebben. ‘Het is belangrijk om ook rekening te houden met de gedragspsychologische barrières die mensen ervaren bij scholing en het aanvragen van dit type regelingen.’
Hoe Keesman daaraan wil bijdragen? ‘Door onderzoek te doen naar oplossingen voor de barrières die verschillende burgers ervaren. Aan de ene kant ligt dit in het eindgebruikersperspectief, dus wat de burger zelf aangeeft nodig te hebben. Aan de andere kant weten we vanuit de gedragswetenschap heel goed dat mensen niet altijd kunnen verwoorden wat zij willen of nodig hebben.’
Het belangrijkste advies is om de gebruikers niet te benaderen als ‘robots’. ‘De STAP-regeling moet natuurlijk organisatorisch en IT-technisch werken, en dat is een enorme klus. Maar let ook op een goede gebruikservaring zodat de verschillende groepen burgers gelijke kansen hebben om gebruik te maken van de regeling. Daarom ben ik ook blij dat er tijdig professionals bij STAP betrokken zijn die daar veel ervaring mee hebben, zoals designers, communicatieadviseurs en wij als gedragswetenschappers natuurlijk.’
Houdbaarheid zorg onder druk

Prof. dr. Sylvia van der Burg-Vermeulen
Bijzonder hoogleraar Sociale Verzekeringsgeneeskunde
Verzekeringsarts
Afgelopen december verscheen de discussienota Zorg voor de Toekomst. De kern, Nederland heeft een goede gezondheidszorg, maar de houdbaarheid staat onder druk. Verandering is onontbeerlijk. Er is een beweging nodig van focus op ziekte en zorg naar het bevorderen van gezondheid, welzijn en (arbeids)participatie. Het moet minder gaan om ‘de patiënt’ of ‘de cliënt’ en meer om ‘de mens’. Het is hoog tijd dat we het functioneren van mensen in hun eigen omgeving (privé, sociaal én werk), de persoonlijke wensen, behoeften en keuzen van de cliënt, en de mate waarin iemand eigen regie kan voeren als vertrekpunt nemen. Dat vraagt om een multidimensionale benadering en betere inbedding in onze gezondheidszorg van preventie, leefstijl en eigen regie en een krachtiger investering in het sociale domein en inzetten op een gezamenlijke aanpak van bijvoorbeeld psychosociale problematiek. Al jaren zien we een toename van het aantal mensen met stress-gerelateerde ziektebeelden, maar ook met andere psychische problemen zoals angst en depressie,dat ondersteuning bij werk en/of inkomen nodig heeft. Bijna een derde van alle uitkeringsgerechtigden ontvangt GGZ zorg. Dat is ruim drie keer meer dan het aandeel van werkenden dat GGZ zorg ontvangt.
Als herstel van functioneren of daarmee leren omgaan multidimensionaal is moet de zorg dat ook zijn. De zorg is dat vaak niet. Meestal staan de ernst van de psychische symptomen niet op zichzelf, maar spelen ook andere problemen, zoals werkloosheid, slechte huisvesting, financiële problemen en relationele problemen mee en zijn niet zelden mede reden voor behandeling binnen de GGZ. We zeggen vaak dat de cliënt centraal staat, maar in de praktijk is dat nog lang niet altijd het geval. De nadruk ligt nog veelvuldig op iemands beperkingen, op zijn of haar specifieke aandoeningen, en de medische behandeling daarvan. We lijden collectief aan een medicaliseringssyndroom. Om de nieuwe zorgvragen te beantwoorden is samenhangende én domein overstijgende netwerkzorg nodig, waarbinnen multidisciplinaire teams werken met thema’s als ‘behandeling’, ‘werken’ of ‘zorg thuis’.
Kortom, het ‘waarom’ van mensgerichte zorg voor gezondheid en functioneren is steeds duidelijker en ook netwerkzorg als het ‘wat’ wordt steeds meer gedragen. Wat nu nodig is, is samen bepalen ‘hoe’ we de verandering verder brengen. Hoe mooi zou het zijn als er in 2021 ruimte komt om aan de slag te gaan met domein overstijgende zorgexperimenten binnen de sociale zekerheid. Want zorgen dat zoveel mogelijk mensen zinvol en naar vermogen kunnen meedoen in onze maatschappij dat doen we samen!