Politiek
N°3

Partijprogramma's
De verkiezingen zijn achter de rug, we kennen de uitslag. Wat de programma’s van de toekomstige coalitiepartijen waard zijn, moet nog blijken, maar UWV heeft ze op aspecten van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid al geanalyseerd. Daarnaast aandacht voor de duurzame inzet van mensen uit het doelgroepregister en voor de beoordelingsprocedure van verzekeringsartsen.
De nieuwste cijfers
WW en uitzendwerk

Een deel van de werkloze 50-plussers die uitzendwerk doen, vergroot daarmee de kans op het vinden van een niet-uitzendbaan. Dat is de belangrijkste conclusie van een onderzoek dat in het maartnummer van het UWV Kennisverslag is gepubliceerd.
Met uitzendwerk | zonder uitzendwerk | |
---|---|---|
0 | 0 | 0 |
2 | 1 | 2 |
4 | 4 | 4 |
6 | 9 | 9 |
8 | 13 | 13 |
10 | 17 | 16 |
12 | 19 | 17 |
14 | 22 | 20 |
16 | 26 | 23 |
18 | 29 | 25 |
20 | 33 | 28 |
22 | 36 | 30 |
24 | 40 | 34 |
26 | 43 | 36 |
28 | 45 | 38 |
30 | 48 | 40 |
32 | 50 | 42 |
34 | 53 | 45 |
36 | 55 | 46 |
De getallen op de y-as zijn percentages, op de x-as het aantal maanden WW. Door met de cursor over de lijn te gaan kunt u de exacte percentages per maand WW opvragen.
In het onderzoek heeft UWV gekeken naar de groep die in 2012 is ingestroomd in de WW en op het moment van instroom 50 jaar of ouder was. In de figuur is voor de groep WW’ers die het jaar daarvóór, dus in 2011, geen uitzendwerk heeft gedaan de uitstroom naar een niet-uitzendbaan weergegeven. De blauwe lijn geeft het percentage weer dat uitstroomt naar een niet-uitzendbaan voor WW’ers die tijdens hun WW-periode uitzendwerk doen. Na 36 maanden heeft 54% van deze groep een niet-uitzendbaan gevonden.
De groene lijn geeft eveneens het percentage weer dat uitstroomt naar een niet-uitzendbaan maar dan voor de situatie waarin geen uitzendwerk wordt gedaan. We zien dat in dit geval 46% van de WW’ers een niet-uitzendbaan heeft gevonden na 36 maanden (destijds de maximale duur van de WW). Hieruit concluderen de onderzoekers dat voor diegenen die in 2011 uitzendwerk hebben gedaan, de uitstroom naar een niet-uitzendbaan 8 procentpunten hoger is dan in de situatie zonder uitzendwerk. Voor de groep werkloze 50-plussers die in het jaar voor instroom in de WW ook al uitzendwerk hebben gedaan, leidt uitzendwerk niet tot een hogere kans op een niet-uitzendbaan. Deze groep is groter dan de groep die voor instroom in de WW geen uitzendwerk heeft gedaan.
Zie voor het integrale onderzoeksverslag het maartartikel van het UWV Kennisverslag.
WW-uitkeringen in februari 2017 gedaald
Het aantal WW-uitkeringen ligt eind februari 2017 lager dan eind januari 2017: 415.800 ten opzichte van 418.700. In februari zien we vaker een daling van het aantal WW-uitkeringen onder invloed van een seizoenspatroon. Dit keer is ook de gunstige economische ontwikkeling van invloed.
Instroom | Uitstroom | Aantal uitkeringen | |
---|---|---|---|
nov | 43.6 | 37.2 | 427.4 |
dec | 62.0 | 43.5 | 445.9 |
jan | 56.5 | 37.0 | 465.4 |
feb | 45.1 | 40.6 | 469.9 |
mrt | 49.9 | 49.6 | 470.2 |
apr | 36.5 | 46.1 | 460.5 |
mei | 31.3 | 44.0 | 447.8 |
jun | 42.8 | 52.3 | 438.3 |
jul | 37.6 | 44.4 | 431.5 |
aug | 34.6 | 39.6 | 426.5 |
sep | 42.4 | 44.7 | 424.3 |
okt | 34.0 | 38.7 | 419.6 |
nov | 32.2 | 42.2 | 409.5 |
dec | 48.2 | 45.7 | 412.0 |
jan | 45.1 | 38.4 | 418.7 |
feb | 35.8 | 38.7 | 415.8 |
WW: instroom, uitstroom en aantal uitkeringen (x 1.000)
Instroom | Uitstroom | Actueel volume | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | V | M | V | M | V | M | ||||||||||||||||||||||||
Leeftijd | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ | 15-24 | 25-34 | 35-44 | 45-54 | 55+ |
feb 2016 | 5.3 | 13.5 | 10 | 10.3 | 6.4 | 5.5 | 14.8 | 11.9 | 13.0 | 10.3 | 3.6 | 11.1 | 8.6 | 9.0 | 5.5 | 3.6 | 9.9 | 8.5 | 9.6 | 8.3 | 10.6 | 39.7 | 44.6 | 65.3 | 64.5 | 11.5 | 40.8 | 44.6 | 65.8 | 81.8 |
feb 2017 | 3.7 | 11.0 | 7.7 | 7.9 | 5.6 | 4.4 | 12.1 | 9.2 | 10.2 | 9.1 | 3.5 | 11.0 | 8.2 | 9.2 | 6.3 | 3.5 | 9.7 | 8.0 | 9.0 | 8.7 | 7.9 | 35.8 | 39.6 | 56.8 | 63.8 | 8.9 | 33.9 | 37.7 | 56.6 | 74.8 |
De cijfers van 2016 en 2017 zijn voorlopig.
Voor meer uitleg over de effecten van inkomstenverrekening op het aantal WW-uitkeringen, zie de UKV-artikelen Wat gebeurt er met de WW? (UKV 2016-4) en Inkomstenverrekening in de WW (UKV 2016-7).
Klik hier voor de laatste werkloosheidscijfers.
Analyse

Gevolgen voor UWV
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de verkiezingsprogramma’s van de meeste politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen doorgerekend. UWV heeft op zijn beurt een inventarisatie gemaakt van passages die voor UWV relevant zijn. Waarom eigenlijk? En wat zijn de gevolgen voor de uitvoering en de plannen van UWV rond ICT?
Nu al kijken wat de impact is

‘Nu al kijken wat de impact is’
Maarten Dolfing
strategisch beleidsadviseur bij UWV
Tegen het einde van november van vorig jaar waren de meeste verkiezingsprogramma’s geschreven. Tijd voor UWV voor een grondige analyse, waarbij vooral werd gekeken naar thema’s als onder meer de WW, partnerverlof, de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de loondoorbetaling bij ziekte. Bij vrijwel alle partijen kwamen deze thema’s aan bod, zegt Maarten Dolfing. ‘Dan weten we bijna zeker dat met die onderwerpen iets gaat gebeuren bij de formatie. Wij kijken vooral naar de uitvoerbaarheid voor UWV. Kunnen we het uitvoeren en zo ja, hoe?’
Neem de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, een thema dat in menig partijprogramma terugkeert. ‘Het heeft een enorme impact op ons, als wij de uitvoering voor onze rekening nemen. Het gaat om een gigantisch grote groep mensen voor wie de premie moet worden berekend en voor wie ook het recht op een uitkering moet worden vastgesteld. Bij arbeidsongeschiktheid moet een uitkering worden betaald, dus daar is meer personeel voor nodig. We kijken nu al samen met SZW wat de impact kan zijn en hoe we zoiets zouden kunnen uitvoeren. Het is handig voor ons, maar ook voor de toekomstige regeringspartijen om globaal in beeld te hebben waarmee in de uitvoering rekening dient te worden gehouden.’
Meedenken over consequenties op hoofdlijnen

‘Meedenken over consequenties op hoofdlijnen’
Marinke van de Wetering
strategisch beleidsadviseur bij UWV
‘Bij de analyse van de verkiezingsprogramma’s kijken we naar de uitvoerbaarheid en doen we uiteraard geen uitspraken over de wenselijkheid’, zegt Marinke van de Wetering, strategisch beleidsadviseur bij UWV. Een paar dingen waren haar opgevallen bij het napluizen van de verschillende programma’s. Vrijwel alle partijen vermelden wel iets over de verlofregelingen, het kraamverlof in het bijzonder. De ene partij wil langer verlof bij de komst van een tweeling, een andere wil het verlof voor de vader oprekken van twee naar tien dagen en een derde pleit voor een gecombineerd ouderschapsverlof.
‘In dat laatste geval hebben wij aangegeven dat de invoering van een gecombineerd verlof een fiks beroep zal doen op onze capaciteit. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de gevolgen van de eventuele verkorting van de loondoorbetaling bij ziekte. Dit betekent niet alleen dat wij meer mensen op een eerder moment gaan beoordelen op hun mate van arbeidsongeschiktheid, maar het vergt ook aanpassing van onze ICT-systemen. En dat juist in een periode dat we van de politiek rust en ruimte vragen om onze systemen grondig aan te kunnen pakken. We zeggen dus niet: “Doe het niet, het is niet uitvoerbaar”, maar denken in deze fase mee over de consequenties op hoofdlijnen voor de uitvoering.’ Aangenaam verrast was Van de Wetering door het feit dat, anders dan vier jaar geleden, geen enkele partij kanttekeningen heeft bij het functioneren of de organisatiestructuur van UWV. ‘Kennelijk is men tevreden over de wijze waarop wij onze taak uitvoeren. Daar ben ik best trots op.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Pas op de plaats met de WW

‘Pas op de plaats met de WW’
Ron Bos
strategisch beleidsadviseur bij UWV
‘Be prepared’: wees voorbereid. Met deze leidraad heeft de Manifestgroep, een informeel samenwerkingsverband van vijftien grote uitvoeringsorganisaties (waaronder UWV, Belastingdienst, SVB en IND), een inventarisatie gemaakt van de doelen en wensen van de aangesloten organisaties voor de komende jaren. ‘We streven allemaal naar een verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven’, zegt Ron Bos. ‘Maar hoe gaan we dat samen vormgeven? Wat is daarvoor nodig? Hoe zorgen we voor een optimale gegevensuitwisseling tussen de verschillende overheidsorganisaties, zodat een eenmalige uitvraag naar de gegevens van burgers volstaat? Over deze en tal van andere kwesties die raken aan een betere afstemming en stroomlijning van beleid en uitvoering hebben we een gezamenlijk document opgesteld dat straks hopelijk prominent op de formatietafel ligt.’
Voor UWV is de invoeringstermijn van eventuele nieuwe beleidsmaatregelen van belang, vervolgt Bos. ‘We zijn nu druk bezig met het toekomstbestendig maken van onze ICT-infrastructuur, een ingrijpende, maar noodzakelijke operatie. Dat betekent dat wij even pas op de plaats moeten maken als het gaat om het doorvoeren van grote beleidswijzigingen op het gebied van bijvoorbeeld de WW. Het is goed dat toekomstige regeringspartijen daarvan tijdig op de hoogte zijn, dat voorkomt verrassingen.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Afspraak

Duurzame plaatsing
Het aantal duurzame plaatsingen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt valt tegen. Tegenover het aantal mensen dat werk vindt, staat een substantieel deel dat zijn werk weer kwijtraakt. Dat blijkt uit de Factsheet banenafspraak arbeidsmarktregio van UWV over het derde kwartaal van 2016. Hoe zorgelijk is de situatie?
Meer maatwerk zou wenselijk zijn

‘Meer maatwerk zou wenselijk zijn’
Peter Brouwer
onderzoeker Start Foundation
‘De wil bij werkgevers om mensen met een kwetsbare arbeidspositie een kans te bieden is er wel degelijk, maar we merken dat zij bij het vervullen van de vacatures op allerlei hobbels stuiten. We hebben onderzoek gedaan onder werkgevers naar wat die hobbels zijn en hoe die kunnen worden weggenomen’, zegt Peter Brouwer, onderzoeker bij Start Foundation, een onafhankelijk maatschappelijk investeerder die zich richt op een inclusieve arbeidsmarkt. ‘Werkgevers kunnen bijvoorbeeld bij ons een lening krijgen om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met weinig kansen. We merkten dat het regelmatig misging bij de concrete invulling van de arbeidsplaatsen. Soms duurde het erg lang voordat UWV of de gemeente met een kandidaat kwam, of het profiel van de kandidaat sloot niet aan bij de eisen van de werkgever. Een breed gedragen wens van werkgevers is dat zij meer als klant worden benaderd, ze verwachten een betere dienstverlening.’
Brouwer pleit verder voor een betere ontsluiting van het doelgroepregister. ‘Meer maatwerk zou wenselijk zijn, alsook uitgebreidere profielen van de kandidaten, zodat werkgevers zich een beter beeld kunnen vormen van de kandidaten. We zouden graag in samenwerking met UWV een experiment starten om te kijken of dit in de praktijk leidt tot grotere tevredenheid bij werkgevers.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Ik ben er niet somber over

‘Ik ben er niet somber over’
Astrid Hendriks
programmamanager Banenafspraak bij UWV
‘De mensen met relatief lichte beperkingen hebben inmiddels wel werk gevonden, nu is het zaak om mensen met verstandelijke en/of psychische beperkingen aan een baan te helpen’, zegt Astrid Hendriks, programmamanager Banenafspraak bij UWV. ‘Ik ben daar niet somber over. Het aantal bezoeken aan onze Kandidatenverkenner banenafspraak op werk.nl neemt toe en ik ken inmiddels genoeg voorbeelden van bedrijven die bereid zijn mensen in dienst te nemen.’ Een belangrijke kwestie is de duurzaamheid van de banen. ‘Momenteel doen we daar onderzoek naar. Vanuit de historie van de Wajong weten we dat het vaak gaat om tijdelijke contracten en dat de uitval hoog is. Dat is onder andere te ondervangen met een intensief begeleidingssysteem en het investeren in draagvlak.’
Als voorbeeld haalt Hendriks de supermarktketen Ahold aan. ‘Ze hebben daar door ervaring geleerd dat er vaak meer begeleiding nodig is dan aanvankelijk werd ingeschat. In overleg met ons heeft Ahold gekozen voor interne jobcoaching, een faciliteit die door ons onder voorwaarden wordt vergoed. Er zijn meer bedrijven die, zoals Ahold, gestructureerd, serieus en planmatig met de banenafspraak aan de slag zijn gegaan. Daaraan ontleen ik mijn optimisme, al zal ik de laatste zijn die zegt dat het een makkelijke opgave is om de hele doelgroep van de banenafspraak aan een duurzame baan te helpen. Ook blijven we graag in gesprek met Start Foundation. Het verbeteren van de werkgeversdienstverlening is een continu proces en input van stakeholders is daarbij essentieel.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Het wordt werkgevers niet makkelijk gemaakt

‘Het wordt werkgevers niet makkelijk gemaakt’
Rob Slagmolen
secretaris Arbeidsmarkt van VNO-NCW en MKB-Nederland
Kom bij Rob Slagmolen niet aan met pessimistische verhalen over de voortgang van de banenafspraak. De secretaris Arbeidsmarkt van VNO-NCW en MKB-Nederland ziet voor de komende jaren voldoende kansen om mensen met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen. ‘Graag wil ik benadrukken dat wij als werkgevers tot nu toe ons deel van de afspraak zijn nagekomen. Dat ondanks een rammelende wetgeving, een onduidelijk doelgroepregister en onduidelijkheden over onder meer de no-risk-polis.’ En, dat wil Slagmolen ook nog wel even gezegd hebben: al diegenen die stellen dat werkgevers weliswaar de afspraken nakomen, maar dat het daarbij toch vooral gaat om tijdelijke contracten, begrijpen weinig van het bedrijfsleven.
‘Alleen al de werving van iemand uit het doelgroepregister kost minimaal tienduizend euro. Die investering doen bedrijven niet om iemand na twee maanden weer te ontslaan. De werkvloer is geen speeltuin.’ Dat alles neemt niet weg dat er nog genoeg ruimte is voor verbetering, vervolgt Slagmolen. ‘Wij vinden het belangrijk dat iedereen naar vermogen kan meedoen aan de samenleving. Maar het wordt ons niet makkelijk gemaakt. We hebben soms het gevoel dat we alles zelf moeten regelen want van de overheid krijgen we weinig steun en de steun die er is blinkt niet uit in duidelijkheid en efficiency.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Mijn Talentenbank is persoonlijker

‘Mijn Talentenbank is persoonlijker’
Niels Aussems
Wajonger en oprichter van de Nationale Talentenbank
Niels Aussems uit Waalwijk weet als geen ander hoe lastig het is om een baan te vinden als Wajonger. Hij werd maar zelden uitgenodigd voor een gesprek bij een potentiële werkgever. ‘Ik heb geen werkervaring, beschik niet over allerlei papiertjes en heb autisme. Dan lig je al snel onder op de stapel.’ Maar hij is niet een man die zich moedeloos neerlegt bij de zoveelste afwijzing. ‘Het idee van meedoen met een beperking is mooi, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het doelgroepregister is onpersoonlijk, lastig toegankelijk en saai. Werkgevers worden er niet door getriggerd om met je in gesprek te gaan.’
Vandaar dat Aussems het initiatief heeft genomen voor de Nationale Talentenbank, een soort doelgroepregister, maar dan vele malen aantrekkelijker. ‘Mijn Talentenbank, een online platform, is persoonlijker en gebruiksvriendelijker en biedt mogelijkheden aan zowel werkgevers als kandidaten voor begeleiding en ondersteuning. Daarnaast kunnen kandidaten online trainingen volgen en worden online webseminars gegeven.’ Eind maart wordt de Nationale Talentenbank officieel gelanceerd. ‘We zijn nu druk bezig hem te vullen’, zegt Aussems. ‘Hopelijk hebben we tegen de tijd van de lancering zo’n 5.000 profielen gereed, om daarna door te groeien naar ergens tussen de 10.000 en 20.000 leden.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Vak apart

Arts bij UWV
Verzekeringsgeneeskunde is een bijzonder specialisme, en UWV is de grootste werkgever van de artsen die dat vak uitoefenen. Hoe beoordelen verzekeringsartsen? Welke richtlijnen hanteren ze, en hoe pakken die in de praktijk uit? Is de beoordelingssystematiek nog wel up-to-date? Tegen welke problemen lopen ze aan?
Communicatie is essentieel

‘Communicatie is essentieel’
Han Anema
hoogleraar Sociale Geneeskunde aan het VUmc
Over de rol en de positie van de verzekeringsarts bestaan bij het grote publiek de nodige misverstanden, stelt Han Anema, hoogleraar Sociale Geneeskunde aan het VUmc. Daarnaast bekleedt Anema de door UWV gefinancierde leerstoel Verzekeringsgeneeskunde. ‘In opdracht van de wetgever beoordeelt de verzekeringsarts wat iemand nog kan of niet kan. Dat is een heel andere beoordeling dan die van een huisarts of een medisch specialist. Voor alle duidelijkheid: ook de verzekeringsgeneeskunde is een specialisme, met een vierjarige opleiding’, zegt Anema. Het is dan ook belangrijk, benadrukt hij, dat de verzekeringsarts zijn rol aan de cliënt duidelijk maakt. ‘Communicatie is een essentieel onderdeel van ons vak.’
Een tweede misverstand is dat het oordeel van de ene verzekeringsarts vaak verschilt van dat van de andere, vervolgt hij: ‘Door de richtlijnen en protocollen die UWV hanteert, valt dat reuze mee, blijkt uit ons onderzoek. Wel wijkt het oordeel van de huisarts of medisch specialist soms af van dat van de verzekeringsarts. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat onze expertise en ons referentiekader verschillen: het weer zo goed mogelijk participeren van de cliënt staat voor verzekeringsartsen centraal. Uit onderzoek blijkt dat werk de gezondheid ten goede komt.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Wij maken de wetten niet

‘Wij maken de wetten niet’
Herman Kroneman
medisch adviseur bij UWV
Twee patiënten met dezelfde diagnose, dezelfde klachten en dezelfde arbeidsmogelijkheden. De een wordt volledig arbeidsongeschikt verklaard, de ander krijgt te horen dat hij niet in aanmerking komt voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Hoe kan dat? ‘We kennen in Nederland de systematiek dat de mate van arbeidsongeschiktheid niet wordt bepaald door de klachten, maar door het verlies aan loon als gevolg van de ziekte. Op basis van de geduide mogelijkheden door een verzekeringsarts bepaalt de arbeidsdeskundige hoeveel minder iemand kan verdienen als gevolg van zijn ziekte’, legt Herman Kroneman, medisch adviseur bij UWV, uit.
‘Voor iemand met een hoog inkomen, zeg een piloot, die als gevolg van een ziekte zijn werk moet opgeven, is het lastig een andere baan te vinden waarbij hij, zoals de wet stelt, minder dan 35% in inkomen achteruitgaat. Hij wordt eerder arbeidsongeschikt verklaard dan een hovenier met precies dezelfde klachten. Voor de laatste is het immers makkelijker een andere baan te vinden waarbij het inkomensverlies gering is.’ Ja, erkent Kroneman, dat levert soms boze blikken op van cliënten. ‘Maar als wij uitleggen hoe de wet werkt, begrijpt vrijwel iedereen dat zij voor klachten in Den Haag moeten zijn en niet bij UWV. Wij maken geen wetten, onze taak is het om ze zo netjes en zorgvuldig mogelijk uit te voeren.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Het is een prachtig maar lastig vak

‘Het is een prachtig maar lastig vak’
Jerry Spanjer
verzekeringsarts bij UWV en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen
Als zijn studenten vragen waarom zij voor het vak verzekeringsgeneeskunde zouden kiezen, begint Jerry Spanjer met een waarschuwing: ‘Doe het niet als je hecht aan complimenten en waardering, want dan kom je van een koude kermis thuis. Los daarvan is het een prachtig vak.’ En, voegt hij daaraan toe, een lastig vak. Vorig week had Spanjer een cliënt die na twee hartinfarcten doodsbang was om weer aan de slag te gaan. ‘Puur medisch gezien was er niets meer aan de hand, toch lag hij elke middag doodmoe in bed. Wat te doen? De ene arts zal een eind meegaan met zijn verhaal, de ander zal aansturen op snelle werkhervatting. Elk oordeel bevat een subjectief element, zoals ook dat van een rechter of een psychiater.’
Desondanks, vervolgt hij, proberen we zo objectief en wetenschappelijk mogelijk te werk te gaan door onder meer standaardisering van de gesprekken en intercollegiale toetsing. ‘De afgelopen tien jaar is ons vak verder geprofessionaliseerd. Als ik mijn buitenlandse collega’s vertel wat we doen en hoe we het doen, valt hun mond open. We lopen internationaal gezien ver voorop.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Er zou meer tijd voor cliënten moeten zijn

‘Er zou meer tijd voor cliënten moeten zijn’
Enno Trompert
lid klankbordgroep regelpunt.nl en ex-vicevoorzitter van de Cliëntenraad van UWV
Enno Trompert, tot voor kort vicevoorzitter van de Cliëntenraad van UWV, is ervaringsdeskundige. Tien jaar geleden meldde hij zich bij een verzekeringsarts met naar eigen zeggen ‘een complex ziektebeeld waarbij het de vraag was of er ooit herstel zou optreden. Ik vond destijds dat de verzekeringsarts te weinig aandacht en begrip had voor mijn situatie.’ Als lid van de Cliëntenraad merkte hij dat hij lang niet de enige was die soms moeite had met het optreden van de verzekeringsartsen. ‘De druk – maatschappelijke druk én tijdsdruk – op hen is groot. Maar dat neemt niet weg dat sommige cliënten zich niet gehoord voelen. Het zou goed zijn als er meer tijd was voor cliënten, zeker bij complexe medische en/of psychiatrische ziektebeelden, en als er meer maatwerk werd geboden.’ Zo wil bijvoorbeeld de ene cliënt met gering perspectief op genezing met rust worden gelaten, terwijl de andere met al even weinig perspectief graag zo lang mogelijk actief wil blijven.
Soms zit het in kleine dingen, aldus Trompert. Een verzekeringsarts die tijdens een gesprek met een cliënt niet op- of omkijkt van zijn computer, wekt onbegrip en woede op bij cliënten. ‘Maar als de arts voor het gesprek uitlegt dat hij alles direct moet vastleggen, zie je dat cliënten het hem of haar veel minder kwalijk nemen.’ Overigens ziet Trompert dat er voor dit soort emotionele kwesties steeds meer aandacht komt. ‘Ik merk dat verzekeringsartsen meer en meer leren denken en handelen vanuit het perspectief van de cliënt.’
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Hybride

Tussen de autonomie van uitvoeringsorganisaties en de ministeriële verantwoordelijkheid zwalkt politiek Den Haag heen en weer. Zelfstandige bestuursorganen – een woord waar alleen Wordfeud blij van wordt – zijn onder meer bedacht om de uitvoering op enige afstand van de politieke hitte van de dag te zetten. De minister blijft vanuit de Kamer aanspreekbaar, maar de wereld van de uitvoering staat, zo was de bedoeling, op eigen benen. Zo moeten uitvoeringstoetsen de politiek objectief vertellen of wat bedacht is ook echt kan.
Naarmate de dagelijkse politieke bemoeienis met de uitvoering groter wordt, neemt ook de kans toe dat die uitvoeringstoetsen ‘politieker’ worden dan wenselijk is. En achter de ministeriële verantwoordelijkheid staan departementsambtenaren die ter bescherming van hun ministers makkelijk even mee komen sturen bij de uitvoering. Zo ontstaan hybride verhoudingen. Die nog worden versterkt als de zelfstandige bestuursorganen geen eigen, onafhankelijk, toezicht wordt gegund. Dan blijkt het departement opeens ‘eigenaar’, ‘systeemverantwoordelijke’ en ’toezichthouder’ te zijn. Dan blijft noch van de zelfstandigheid noch van het bestuursorgaan feitelijk iets over.
Respect voor de professionele autonomie is een waarde op zichzelf. Zo goed als ook politiek een ambacht is, dat meer respect verdient dan het soms krijgt. Ieder zijn vak. Politieke bestuurders leven onder grote druk. Dan dwingen politieke realiteiten wel eens tot risicovol gedrag. Sporen toezeggingen aan de Kamer niet met de feiten? Jammer voor de feiten! Echte zelfstandige bestuursorganen, met eigen professionele ruimte en onafhankelijk toezicht helpen de feiten te beschermen tegen al te driest politiek handelen. Dat is uiteindelijk ook in het belang van het politieke bestuur.
Jacques Wallage (1946) is voorzitter van de Raad van Advies van de Sociale Verzekeringsbank (SVB); gasthoogleraar aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG); en voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur die eind vorig jaar het rapport ‘De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor systemen’ heeft uitgebracht.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.
Een venijnige trend

Vluchtelingen moeten zo snel mogelijk een plek in onze samenleving krijgen, ook op de arbeidsmarkt. Maar immigranten die al decennia geleden het land binnenkwamen, hebben hier kinderen en kleinkinderen zien opgroeien die nog steeds een grote achterstand op de arbeidsmarkt hebben. Vaker zonder werk, al dan niet verborgen werkloos, en lager op de banenladder. Allerlei factoren spelen een rol, inclusief discriminatie. Tenminste – voor zover het om niet-westerse immigranten gaat.
Niet te legitimeren sociale ongelijkheid is een bron van frustratie, schadelijk voor de volksgezondheid, en ze bedreigt sociale vrede, orde en veiligheid. Waarom zijn ‘populaties naoorlogse migranten met een niet-westerse achtergrond’ niet een specifieke aandachtscategorie bij UWV? En bijvoorbeeld de werkloosheid van ouderen wel?
Daar zijn tal van argumenten voor: administratief is de categorie niet werkbaar af te bakenen. Bijzondere bemiddelaars voor minderheden werden geen groot succes. Quota helpen zeker niet. Het wordt al snel positieve discriminatie en die werkt in deze tijd contraproductief. Via ‘etnisch neutrale’ doelgroep-noemers (zoals ‘ouderen’, of ‘arbeidsgehandicapten’) komen ‘uitheemse’ werkzoekenden met problemen ook in beeld. En via professionele klantverkenner-methoden eveneens. Allemaal waar.
Maar ondertussen blijft hun achterstandspositie hardnekkig voortbestaan. Voor sommige groepen migranten wordt het zelfs steeds vaker de vraag of ze er überhaupt wel bij horen. Het is een venijnige trend. Grote publieke organisaties als UWV (met zijn motto ‘Werken aan perspectief’!) zouden beter herkenbaar tot de tegenkrachten kunnen behoren. Juist op de arbeidsmarkt, hét integratie-instrument bij uitstek. Met een beetje durf en creativiteit moet dat toch mogelijk zijn.
Dr. Ronald van Bekkum is beleidsadviseur bij UWV. Hij werkt aan een boek over mogelijkheden en grenzen van de publieke arbeidsbemiddeling.
0 reacties
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.

0 reacties
+ schrijf een reactie
Reactie toevoegen
Indien er een sterretje (*) bij een veld staat, betekent dit dat dit een verplicht in te vullen veld is.